Hfst 3 Vol spanning oefenen toets

Welkom! 
Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 
Log alvast in. 


1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom! 
Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 
Log alvast in. 


Slide 1 - Slide

Lesopbouw:
Absentie
Hfst overzicht
Herhaling vorige les
Doel en uitleg deze les
Maken en bespreken opdrachten
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Hfst overzicht: Vol Spanning
Les 6: Spreken, kijken en luisteren (SO periode 2 is luisteropdr)
Les 1: Fictie
Les 2: Gedicht
Les 4: Schrijven en formuleren
Les 9 Media en onderzoek
Les 3: Lezen
Les 5: Woorden
Les 7: Grammatica
Les 8: Spelling:  Daarna Toets Thema 3 jan/feb

Slide 3 - Slide

Doel: les 3.3 Lezen
Ik herken het tekstdoel: informeren. 
Ik kan nauwkeurig lezen. 

Slide 4 - Slide

Doel: Ik herken het tekstdoel: informeren. 
Wat is het doel van de schrijver? 
Waarom schrijft een schrijver een tekst? 
Dit noem je het tekstdoel

Vaak wil de schrijver je informeren. Dit tekstdoel komt vaak voor. 
De schrijver wil je informatie geven over ene bepaald onderwerp.
  • nieuwsbericht
  • tekst uit een schoolboek

Slide 5 - Slide

Doel: les 3.3 Lezen
Ik kan nauwkeurig lezen. 

Als je precies wilt weten wat er in de tekst staat, zorg je dat je goed en netjes leest. (Nauwkeurig)
Lees aandachtig. Zin voor zin. Probeer elk woord te begrijpen. 

Slide 6 - Slide

Uit welke drie delen bestaat een tekst?

Slide 7 - Open question

Bestaat de inleiding vaak uit maar 1 alinea?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Bestaat het slot uit maar 1 alinea?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Leg uit wat je doet als je een tekst nauwkeurig leest.

Slide 10 - Open question

Als een schrijver als doe heeft jou te informeren. Wat doet hij dan?
A
Hij wil zorgen dat je iets gaat kopen.
B
Hij zorgt voor informatie over een bepaald onderwerp.
C
Hij wil zorgen dat je gaat lachen.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Doel: les herhaling
We leren het dictee. (10 min)

We leren de woordenbetekenissen van Thema 3. (10 min)

We oefenen de lesdoelen van Lezen in een oefentoetsje.
(20 min)

Slide 13 - Slide

Dicteewoorden
aangeven
de angst
het avontuur
bereiken

de uitdaging
ontvangen
onvoorspelbaar
spannend

Slide 14 - Slide

Wat zou je fout kunnen schrijven bij:
aangeven

Slide 15 - Slide

Wat zou je fout kunnen schrijven bij:
de angst

Slide 16 - Slide

Wat zou je fout kunnen schrijven bij:
het avontuur

Slide 17 - Slide

Wat zou je fout kunnen schrijven bij:
bereiken

Slide 18 - Slide

Wat zou je fout kunnen schrijven bij:
ontvangen

Slide 19 - Slide

Wat zou je fout kunnen schrijven bij:
onvoorspelbaar

Slide 20 - Slide

Wat zou je fout kunnen schrijven bij:
spannend

Slide 21 - Slide

Wat zou je fout kunnen schrijven bij:
de uitdaging

Slide 22 - Slide

Oefen met zijn tweeën

  • zeg om de beurt een dicteewoord. 
  • Schrijf beiden het woord op. 
  • Kijk van elkaar het woord na. Letter voor letter. 
  • Fout.... schrijf het woord 3x over. 
  • Ga door tot je alle woorden 2x gehad hebt. 
  • Klaar: studygo woordbetekenissen leren. 

Slide 23 - Slide

Oefen met zijn tweeën

  • zeg om de beurt een dicteewoord. 
  • Schrijf beiden het woord op. 
  • Kijk van elkaar het woord na. Letter voor letter. 
  • Fout.... schrijf het woord 3x over. 
  • Ga door tot je alle woorden 2x gehad hebt. 
  • Klaar: studygo woordbetekenissen leren. 

Slide 24 - Slide

Doel: les 3.3 Lezen
Ga aan de slag met opdracht 13 - 17
Blz 148 - 151
Met je oortjes kun je via Malmberg de tekst laten
voorlezen.
KLAAR: Test Jezelf Lezen. Malmberg, hfst 3, les 3 laatste opdr.
Leren woorden: Studiego: hfst 3
Dicteewoorden blz 118

Slide 25 - Slide

Wat is het verschil tussen verkennend lezen en nauwkeurig lezen?

Slide 26 - Open question

Hoe zou jij je schoolboek lezen?
Nauwkeurig of verkennend?

Slide 27 - Open question

Afsluiting van de les. 
Doel van de les:
Ik herken het tekstdoel: informeren. 
Ik kan nauwkeurig lezen. 

Slide 28 - Slide

Wat is nauwkeurig lezen?

Slide 29 - Open question

Hoe vind jij dat jij gewerkt hebt?

Slide 30 - Open question

Bedankt voor jullie aandacht!
Jullie weten nu dat een schrijver als doel kan hebben jullie te informeren over een bepaald onderwerp. 
Je weet ook hoe je een tekst nauwkeurig moet lezen. 

Slide 31 - Slide