3.3 Lezen les 3 1BK

3.3 Lezen
timer
1:00
  • Lesboek en etui op de hoek van je tafel.
  • Ga rustig zitten terwijl ik voorlees.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

3.3 Lezen
timer
1:00
  • Lesboek en etui op de hoek van je tafel.
  • Ga rustig zitten terwijl ik voorlees.

Slide 1 - Slide

Toetsen Nederlands periode 2
  •         Schrijfvaardigheid (informatieve tekst)
  •         Orientatie op fictie (boekpromotieposter)
  •         Leesvaardigheid en woordenschat (H2 & 3)

Slide 2 - Slide

3.3 Lezen
In deze paragraaf leer je:
  • het tekstdoel informeren herkennen.
  • hoe je nauwkeurig leest.

Slide 3 - Slide

3.3 lezen - even herhalen
  • Wat was ook al weer een tekstdoel?
  • => Het doel wat een schrijver heeft met een tekst.

  • Welke 4 tekstdoelen zijn er?
  • => Informeren, activeren, amuseren, overhalen.

  • Noem voorbeelden van het tekstdoel 'informeren'.
  • =>  Nieuwsberichten, informatieboeken, brieven van school, 
            lesboeken 

Slide 4 - Slide

Woorden hoofdstuk 2 - even oefenen
  • Wat  betekent het onderstreepte woord?
     
    Dit is voor mij de mogelijkheid om een hoog cijfer te halen..
  • => de kans

  • Wat betekent het onderstreepte woord?
     
    Hij zit voortdurend te lachen tijdens mijn uitleg.
  • => de hele tijd, altijd

  • Wat betekent het onderstreepte woord?
    Hij heeft optimaal geprofiteerd van de fout van de tegenstander.
  • => zo goed mogelijk, op de beste manier

Slide 5 - Slide

3.3 Lezen Tekstdoel - informeren (blz. 143)
Bij elke tekst die je leest, kun je je afvragen: wat is het doel van de schrijver? Dit noem je het tekstdoel.
Je leert dit jaar 4 tekstdoelen: informeren, activeren, amuseren en overtuigen.

Een tekstdoel dat vaak voorkomt is informeren.





tekstdoel
Wat wil de schrijver?
voorbeelden
informeren
De schrijver wil de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp.
nieuwsbericht, tekst uit een schoolboek

Slide 6 - Slide

Aan de slag
  • Samen verkennend lezen tekst 5 op blz. 146 en maken opdracht 8 blz. 147. 
  • Uitleg nauwkeurig lezen

Slide 7 - Slide

3.3 Lezen Nauwkeurig lezen (blz. 147)
Als je precies wilt weten wat er in een tekst staat, dan ga je de tekst nauwkeurig lezen.
Nauwkeurig lezen doe je zo:

- Lees de tekst aandachtig. Lees zin voor zin.
- Probeer zo goed mogelijk te begrijpen wat er staat.





Slide 8 - Slide

Aan de slag
  • Bespreken opdracht 9 
  • Samen lezen tekst 5 
  • Maken opdracht 10, 11 en 12 blz. 147-148

Slide 9 - Slide

3.3 Woordenbingo
  • Je krijgt een lege 'bingokaart' met 9 vakjes.
  • Je vult in elke vakje een woord in hoofdstuk 2 blz. 99 en 101
  • Op het bord draait het 'Rad met de Betekenissen' 
  • Stopt het Rad bij een betekenissen waar jij het woord van hebt opgeschreven, dan zet je daar een kruis doorheen.
  • Wie heeft het eerst 'WoordBingo'!!!



Slide 10 - Slide

Tijd voor Blooket?

Slide 11 - Slide

3.3 Lezen - nauwkeurig lezen
  • Als je precies wilt weten wat er in de tekst staat,
     gaat je de tekst nauwkeurig lezen.

  • Lees de tekst zin voor zin.
  • probeer zo goed mogelijk te begrijpen wat er staat.

Slide 12 - Slide

3.3 Lezen

  • Maak opdracht 9 en 10 blz. 147 



Slide 13 - Slide

3.3 Lezen

  • Wat wil een schrijver met het tekstdoel Informeren?



Slide 14 - Slide

Fictiedossier - opdracht 1
- werk aan je fictiedossier
  opdracht 1 gedicht met een vast rijmschema
                       een naam-gedicht of Rondeel
  opdracht 2  voorkant van een boek of zelf schrijven
- Woensdag 20 december moeten deze ingeleverd zijn.
                       Eerder mag.

Slide 15 - Slide