Oefentoets

Waaruit bestaan de bovenste luchtwegen?
1 / 36
next
Slide 1: Open question
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Waaruit bestaan de bovenste luchtwegen?

Slide 1 - Open question

Waaruit bestaan de onderste luchtwegen?

Slide 2 - Open question

Wat vindt in de avioli plaats?

Slide 3 - Open question

Waarom haal je adem?

Slide 4 - Open question

Wat zijn oorzaken van gestoorde diffusie?

Slide 5 - Open question

Noem voorbeelden van objectieve verschijnselen van dyspnoe

Slide 6 - Open question

Wat is cyanose?

Slide 7 - Open question

Wat is de oorzaak van cyanose?

Slide 8 - Open question

Wat zijn gezonde manieren van ademhaling?

Slide 9 - Open question

Wat zien we bij cheyne stoke ademhaling?

Slide 10 - Open question

Noem de 4 hersenkwabben

Slide 11 - Open question

Taalbegrip hoort bij
A
Centrum van Broca
B
Centrum van Wernicke
C
Centrum van Wennicks

Slide 12 - Quiz

Kenmerk lewy-body dementie
A
Wisselend beeld van dag tot dag
B
Motorische vertraging
C
Onware verhalen vertellen

Slide 13 - Quiz

Wat is oorzaak van vasculaire dementie

Slide 14 - Open question

wat is verloop van vasculaire dementie

Slide 15 - Open question

waardoor ontstaat Alzheimer:

Slide 16 - Open question

Wat is gnosie.

Slide 17 - Open question

wat is de rol van dopamine.

Slide 18 - Open question

Wat is pathofysiologie?
A
Afwijking in de bouw en vorm van organen, weefsels en cellen
B
bouw en structuur van het menselijk lichaam
C
fysiologisch proces dat in het lichaam wordt uitgeoefend als reactie op een bepaalde ziekte
D
De werking van organen

Slide 19 - Quiz

Oorzaak en risicofactor mogen niet door elkaar gebruikt worden?
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Wat betekend subjectieve ziekteverschijnselen?

Slide 21 - Open question

Welke ziekte is een vorm van sluipende ziektes?
A
Verkoudheid
B
Parkinson
C
MS
D
beroerte

Slide 22 - Quiz

wat betekend exacerbatie?
A
opvlammen van een chronische ziekte
B
symptomen komen in korte, heftige periodes
C
een ziekte keert terug nadat deze genezen was.
D
snel toenemende symptomen

Slide 23 - Quiz

Curatief is gericht op kwaliteit van leven.
ja
nee

Slide 24 - Poll

wat betekend de etiologie?

Slide 25 - Open question

wat is een syndroom?

Slide 26 - Open question

Noem 2 voorbeelden van preventieve therapie?

Slide 27 - Open question

Wat betekend niet refractair?

Slide 28 - Open question

Wat betekend subjectieve ziekteverschijnselen?

Slide 29 - Open question

Is een delier leeftijdsgebonden?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

Wat kan een eventuele oorzaak zijn voor een delier, noem er 2.

Slide 31 - Open question

Is het belangrijk om iemand met een delier op een overvolle huiskamer plaats te laten nemen of juist alleen op zijn/haar kamer. Leg uit.

Slide 32 - Open question

Wat kan een symptoom zijn van een delier?
A
Extreem stil
B
Verkleurde huid
C
zich beter kunnen concentreren

Slide 33 - Quiz

Noem 2 behandelingssoorten van een delier.

Slide 34 - Open question

Wat is hemi-neglect

Slide 35 - Open question

Wat is perseveren?
A
Geen initiatief nemen
B
vertraging in denken en doen
C
handelingen herhalen
D
ontremt gedrag

Slide 36 - Quiz