J'ai - Ik heb
Tu as - Jij hebt
Il / Elle / On a - Hij / Zij / Men heeft
Nous avons - Wij hebben
Vous avez - Jullie hebben / u heeft
Ils / Elles ont - Zij hebben
Let op! Wanneer je in het Frans zegt hoe oud je bént, gebruik je dit werkwoord: "J'ai treize ans"