Les 8 - 1M2

Bienvenue au cours de français 
Vendredi 3 novembre 2023

- telefoon in de telefoontas
- spullen op tafel (boek,etui,studieplanner)



1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Bienvenue au cours de français 
Vendredi 3 novembre 2023

- telefoon in de telefoontas
- spullen op tafel (boek,etui,studieplanner)



Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?




  • Overhoren apprendre 1
  • Nakijken opdrachten
  • Herhalen getallen en être
  • Uitleg avoir
  • Maken t/m exercice 10
  • Woordjes apprendre 2

Slide 2 - Slide

Après ce cours (na deze les):
- Kun je het werkwoord 'hebben' vervoegen in de présent (tegenwoordige tijd) 

Slide 3 - Slide

Overhoring apprendre 1
- 2 minutes
- in absolute stilte
- niet bij je buurman/buurvrouw kijken
- je krijgt een cijfer in Magister met weging 0 (telt dus niet mee)

Slide 4 - Slide

We gaan nu de getallen en het werkwoord être herhalen

Pak hiervoor je chromebook en log in met de code

Slide 5 - Slide

Herhalen getallen
Het Frans getal quatre =
A
6
B
8
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Herhalen getallen
Het Frans getal neuf =
A
2
B
7
C
9
D
8

Slide 7 - Quiz

Herhalen getallen
Het Frans getal douze =
A
12
B
11
C
10
D
13

Slide 8 - Quiz

Herhalen getallen
Het Frans getal seize =
A
15
B
16
C
17
D
18

Slide 9 - Quiz

Herhalen getallen
Het Frans getal dix-huit =
A
20
B
19
C
18
D
17

Slide 10 - Quiz

Herhalen werkwoord 'être'

"ik ben"
A
tu es
B
je suis
C
il est
D
elle est

Slide 11 - Quiz

Herhalen werkwoord 'être'

"jullie zijn"
A
vous êtes
B
ils sont
C
nous sommes
D
tu es

Slide 12 - Quiz

Herhalen werkwoord 'être'

"zij zijn (v)"
A
nous sommes
B
ils sont
C
vous êtes
D
elles sont

Slide 13 - Quiz

Avoir - Hebben
J'ai - Ik heb
Tu as - Jij hebt
Il / Elle / On a - Hij / Zij / Men heeft
Nous avons - Wij hebben
Vous avez - Jullie hebben / u heeft
Ils / Elles ont - Zij hebben
Let op! Wanneer je in het Frans zegt hoe oud je bént, gebruik je dit werkwoord: "J'ai treize ans" 

Slide 14 - Slide

Welke vorm van 'avoir' hoort bij

Tu...
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 15 - Quiz

Welke vorm van 'avoir' hoort bij

Nous...
A
a
B
ai
C
avez
D
avons

Slide 16 - Quiz

Hoe vertaal je vanuit het Nederlands:

Jij hebt =
A
J'ai
B
Tu as
C
Il a
D
Elle a

Slide 17 - Quiz

Hoe vertaal je vanuit het Nederlands:

Jullie hebben =
A
Vous avez
B
Nous avons
C
Tu as
D
Elles ont

Slide 18 - Quiz

Les devoirs
Huiswerk voor vrijdag 10 november 4e/5e uur

- Maken 8A t/m 8C, 9 en 10
- Leren woordjes apprendre 2 blz 64

Slide 19 - Slide

Check doelen - nu:
- Kun je het werkwoord 'hebben' vervoegen in de présent (tegenwoordige tijd) 

Slide 20 - Slide