Herhalen formules h6

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Herhalen formules

Pak je schrift erbij.

In Arjan zijn aquarium zit 240 liter water.
Elke week verdampt er 1,5 liter water.
Met welke woordformule kun je het overgebleven hoeveelheid water berekenen?

1. Hoeveelheid water = 240 x aantal weken - 1,5
2. Hoeveelheid water = 1,5 x aantal weken
3. Hoeveelheid water = 1,5 x aantal weken - 240
4. Hoeveelheid water = 240 - 1,5 x aantal weken

Het huren van een busje kost €30,00 per dag. Welke woordformule hoort hierbij?

1. Totale kosten = 30 : aantal dagen
2. Totale kosten = 30 + aantal dagen
3. Totale kosten = 30 x aantal dagen
4. Totale kosten = 30 - aantal dagen

Als je een formule gaat gebruiken volg je 3 stappen. Wat is de eerste stap die je moet opschrijven voor een complete berekening?

1. Ik neem de formule over
2. Ik vul de formule in
3. Ik bereken de uitkomst

Anouk is aan het sparen voor een nieuwe smartphone. Ze heeft al €40,00 in haar spaarpot. Met babysitten verdiend ze elke week €15,00. Bij dit verhaal hoort de volgende formule:
Spaargeld = 40 + 15 x aantal weken
Hoeveel spaargeld heeft Anouk over 4 weken?

1. € 55,00
2. € 60,00
3. € 100,00
4. Het goede antwoord staat er niet tussen.

Osman heeft een fiets met een kilometerteller. Op de eerste dag van zijn vakantie maakt hij een fietstocht. De kilometerstand kan hij berekenen met de volgende formule: aantal kilometers = 250 + 15 tijd in uren
Hoeveel kilometer staat er op zijn kilometerstand, voordat hij op de fiets stapt deze vakantie?

1. 15
2. 250
3. 265
4. 0

Hoeveel punten moet je in een assenstelsel tekenen om een lineaire grafiek te maken?

1. 1
2. 2
3. 4
4. 5

Bij een lineair verband kun je altijd een grafiek tekenen. De grafiek heeft altijd ........

1. een kromme lijn
2. een rechte lijn

Stijgt of daalt de grafiek bij de formule 330 - tijd x 4 = hoogte?

1. stijgt
2. daalt

De beginwaarde kun je vinden, doordat de grafiek snijdt met de horizontale as.

1. waar
2. niet waar

Wat is de beginwaarde van de formule 11 x tijd + 3 = lengte

1. 11
2. 3

Hoe heet de formule die hoort bij een lineaire grafiek?

1. formule
2. tabel
3. lineaire formule
4. rechte formule

Stel de formule op bij de lineaire grafiek.

1. 80 + 10 x tijd = lengte
2. 80 - 10 x tijd = lengte
3. 80 - 5 x lengte = tijd
4. 80 - 5 x tijd = lengte

Vanaf hoeveel meter is haspel A lichter dan haspel B?

1. 0
2. 3
3. 60
4. 90