Delend lidwoord

Salut et bienvenue! 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Salut et bienvenue! 

Slide 1 - Slide

Grammatica

Nieuw onderwerp! 
Het delend lidwoord

Slide 2 - Slide

Het delend lidwoord

bestaat niet in het Nederlands!

Als er in het Nederlands geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord komt, dan krijg je in het Frans het delend lidwoord.

Bijvoorbeeld;

Ik eet chocola

Je mange du chocolat

Slide 3 - Slide

Wanneer?
Het delend lidwoord gebruik je in het Frans als er in het Nederlands geen lidwoord staat voor het zelfstandig naamwoord.

Hij koopt appels - geen lidwoord voor "appels" in de Nederlandse zin. In een Franse zin gebruik je dan wel een lidwoord of delend lidwoord; DES pommes

Slide 4 - Slide

Vormen van het delend lidwoord
du= voor mannelijke woorden = du coca
de la= voor vrouwelijke woorden = de la limonade
de l'= bij klinker of h = de l'eau
des= meervoud= des pommes

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

ATTENTION!

Een delend lidwoord verandert in

de / d' in  2 gevallen, namelijk

1. Na een ontkenning: 

2. Na een woord dat de hoeveelheid aangeeft

Slide 8 - Slide

 EXEMPLES
Je bois de l'eau                                   Je ne bois pas d'eau
Elle mange de la viande                  Elle ne mange pas de viande

Je voudrais des tomates               Je voudrais deux kilos de  tomates.
Sophie achète du fromage          Sophie achète beaucoup de fromage                  
Ook woorden als: beaucoup (veel) peu (weinig) combien (hoeveel) zijn "hoeveelheidswoorden" !!!


Slide 9 - Slide

Résumé;
Geen hoeveelheid of ontkenning? + du,de la ,de l', des
Na hoeveelheid zoals un kilo, beaucoup, etc + DE 
Na ne ... pas + DE 


Slide 10 - Slide

Even oefenen...

Slide 11 - Slide

Stelling: als je in het NL geen lidwoord gebruikt, gebruik je in het FA een delend lidwoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Is het delend lidwoord hetzelfde als het lidwoord dat we al kennen (le, la, les, ...)?
A
ja!
B
nee!

Slide 13 - Quiz

Het delend lidwoord kun je vertalen in het Nederlands
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Je mange ..... poisson (m).

A
de la
B
du
C
de l'
D
des

Slide 15 - Quiz

Elle boit ..... eau minérale
A
de
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 16 - Quiz

Elle mange ..... salade (v).

A
de la
B
du
C
de l'
D
des

Slide 17 - Quiz


Je ne prends pas.......fromage.
A
de
B
du

Slide 18 - Quiz

Je ne bois pas ..... coca.

A
du
B
des
C
de la
D
de

Slide 19 - Quiz

Deux kilos ....... pommes.
A
des
B
de la
C
de
D
du

Slide 20 - Quiz


Léa achète beaucoup........pain .
A
de
B
des

Slide 21 - Quiz

Questions?

Slide 22 - Slide