Chapitre5: Delend lidwoord

1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Het delend lidwoord

Pourquoi apprendre?

Slide 5 - Slide

Manger

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Slide

En classe : ex 15 a (p22)

Slide 8 - Slide

En classe : ex 15 a (p22)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

L'article partitif

Bestaat niet in het Nederlands!


Als er in het Nederlands geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord komt, dan krijg je in het Frans het delend lidwoord.


Exemple:              Ik eet chocola => Je mange du chocolat

Slide 11 - Slide

Er zijn er 4:

du    => voor mannelijke woorden 
de la=> voor vrouwelijke woorden 
de l' => bij klinker of h                      
des => meervoud                             

Slide 12 - Slide

Er zijn er 4:

du    => voor mannelijke woorden => du coca
de la=> voor vrouwelijke woorden => de la limonade
de l' => bij klinker of h                      => de l'eau
des => meervoud                              => des pommes

Slide 13 - Slide

ATTENTION!

Een delend lidwoord verandert in de / d' in  2 gevallen, namelijk:


1. na een ontkenning: 

2. na een woord dat de hoeveelheid aangeeft

Slide 14 - Slide

EXEMPLES

Je bois de l'eau                 => Je ne bois pas d'eau


Je voudrais des tomates => Je voudrais deux kilos de tomates.

Sofie achète du fromage => Sofie achète beaucoup de fromage


Ook woorden als: beaucoup (veel) peu (weinig) combien (hoeveel) zijn "hoeveelheidswoorden" !!!


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide