GMK P8 - Antipsychotica - 30 minuten

• Geneesmiddelkennis
• MBO
• Studiejaar 2

Serotonine en noradrenaline zijn ...

1. hormonen
2. neurotransmitters
3. zenuwen
4. electrolyten

Bij een depressie heeft iemand teveel serotonine

1. waar
2. niet waar

Antidepressiva zorgen voor een sterker effect van serotonine

1. waar
2. niet waar

Hoe lang duurt het voordat antidepressiva werken?

1. Meteen
2. Na een paar dagen
3. Na 1-2 weken
4. Na 2-6 weken

Wat is geen bijwerking van antidepressiva?

1. Slaapproblemen
2. Verergering klachten
3. Gewichtstoename
4. Spierpijn

Na een jaar mag je in 1x stoppen met antidepressiva

1. Waar
2. Niet waar

Antidepressiva worden niet gebruikt bij:

1. Angst
2. Depressie
3. Psychose
4. Zenuwpijn

SSRI

TCA

Overige

Amitriptyline

Paroxetine

Mirtazepine

Droge mond en moeite met plassen komen vooral voor bij:

1. SSRI
2. TCA
3. Overige antidepressiva

Hieronder staan de symptomen van een psychose.
Wat zijn de positieve symptomen?

1. Hallucinaties, wanen en verwardheid
2. Weinig energie, weinig sociaal, verstoord ritme

Wat is de medische term voor 'Dingen zien en horen die er niet zijn'?

1. bipolaire stoornis
2. hallucinaties
3. depressie
4. wanen

Wat is de medische term voor:
Als iemand denkbeelden heeft die niet overeenkomen met de werkelijkheid?

1. hallucinatie
2. wanen

Delier

Manie

Schizofrenie

Verwardheid, onrust of juist teruggetrokken

Opgewonden, veel energie, overmoedigheid

Vooral bij ouderen

Stemmen en wanen

De botten in ons lichaam worden tijdens ons hele leven afgebroken en weer opnieuw opgebouwd. 

Belangrijkste cellen hierbij:

1. osteoclasten: liggen direct op het botweefsel en scheiden zure en eiwit oplossende  enzymen uit waardoor de botmatrix oplost. 

2. Osteoblasten: bouwen het bot op door het verhogen van de calciumspiegel. 

3. Osteocyten: zijn rijpe osteoblasten, die steeds oude materix afbreken en weer nieuwe aanmaken. 

Op welke neurotransmitter hebben antipsychotica invloed?

1. Adrenaline
2. Dopamine
3. Noradrenaline
4. Serotonine

Antipsychotica hebben geen effect op

1. Weinig energie
2. Hallucinaties
3. Verwardheid
4. Wanen

Antipsychotica zijn:
1) Kalmerend
2) Niet verslavend

1. Beide waar
2. 1) waar; 2) niet waar
3. 1) niet waar; 2) waar
4. Beide niet waar

Klassiek antipsychoticum

Atypisch antipsychoticum

Quetiapine

Pipamperon

Haloperidol

Clozapine

Olanzapine

Aripiprazol

Welke bijwerking komt niet voor bij antipsychotica?

1. Gewichtstoename
2. Huiduitslag
3. Parkinsonisme
4. Slaperigheid

Klassieke antipsychotica geven vaker
1) bewegingsstoornissen
2) gewichtstoename

1. Beide waar
2. 1) waar ; 2) niet waar
3. 1) niet waar ; 2) waar
4. Beide niet waar

Welke aandoening is een contra-indicatie voor antipsychotica?

1. ADHD
2. Depressie
3. Migraine
4. Parkinson

Welk middel wordt niet gebruikt bij een manie?

1. Camcolit
2. Lithium
3. Priadel
4. Sertraline