Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
1 / 20
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Voltooid deelwoord
 Geeft aan dat de handeling van het werkwoord voltooid is  (klaar is)
Bijvoorbeeld:
  • Gelopen - Het lopen is klaar
  • Gekregen - Het krijgen is klaar
  • Ge-, be-, ver-

Slide 3 - Slide

Wat is geen voltooid deelwoord?
A
Gelopen
B
Verzorgd
C
Gewerkt
D
Worden

Slide 4 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
''Na het eten hebben we samen nog in het zwembad gezwommen.''
A
hebben
B
zwembad
C
samen
D
gezwommen

Slide 5 - Quiz

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Slide

Een voltooid deelwoord wordt ook wel eens als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. Het voltooid deelwoord staat dan voor een zelfstandig naamwoord en is geen werkwoord. Het zegt dan iets over dat zelfstandig naamwoord
Let op! Er komt altijd een -e achter als een voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt wordt

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
Het huis is verwoest --> Voltooid deelwoord
Het verwoeste huis is onbewoonbaar --> Bijvoeglijk gebruikt

Slide 8 - Slide

Voorbeeld
Het hout is verbrand --> Voltooid deelwoord
Het verbrande hout --> Bijvoeglijk gebruikt

Slide 9 - Slide

Let op!
Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo kort mogelijk op
  • één t of één d
De weg is verbreed --> De verbrede weg
Hij vergrootte de foto --> De vergrote foto

Slide 10 - Slide

Let op!
Voltooid deelwoord --> bijvoeglijk gebruik
Gedood --> de gedode kip
Gebraden --> de gebraden kip

Slide 11 - Slide

Welke vorm is juist?
A
Het geprintte werkstuk
B
Het geprinte werkstuk

Slide 12 - Quiz

welke vorm is juist?
A
Het vermalen graan
B
Het vermale graan

Slide 13 - Quiz

Welke vorm is juist?
A
Het verbrande huis
B
Het verbrandde huis

Slide 14 - Quiz

Welke vorm is juist?
A
De gevluchtte kat
B
De gevluchte kat

Slide 15 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
Ik liep langs de ... muur (verven)

Slide 16 - Open question

Vul de juiste vorm in:
Het ... vliegtuig (landen)

Slide 17 - Open question

Vul de juiste vorm in:
De ... aardbeien werden gelijk opgegeten (plukken)

Slide 18 - Open question

Vul de juiste vorm in:
De ... tafel (dekken)

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Link