Betoog les 1 (gezamenlijk)

Betoog
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Betoog

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je weet wat een betoog is.
Je leert hoe je een betoog schrijft.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat heb je net gezien?

Slide 4 - Mind map

Het Lagerhuis
* Jongeren met elkaar aan het debatteren over een bepaalde stelling.

* Sommigen zijn vóór de stelling - Sommigen zijn tégen de stelling.

* Argumenten vóór de stelling - Argumenten tégen de stelling.

Slide 5 - Slide

Verschil debat en betoog
Debat: een discussie tussen twee groepen of mensen. De ene kant is vóór een onderwerp, de andere kant is tegen. Ze proberen elkaar te overtuigen met argumenten.

Betoog: een tekst waarin iemand een mening geeft en die mening met argumenten uitlegt. Het doel is om de lezer of luisteraar te overtuigen. 

Slide 6 - Slide

Hoe ziet een betoog eruit?
* Inleiding    (kop)

* Kern           (romp)

* Slot             (staart)

Slide 7 - Slide

Inleiding  (kop)
Aandachtstrekker: bedenk hoe jij de aandacht wilt trekken om je docent nieuwsgierig te maken naar jouw stelling. Is jouw stelling nu actueel? Vertel dan wat er nu in het nieuws speelt over jouw onderwerp of wat er in het nieuws is geweest over jouw onderwerp. Je kunt ook een informatief stukje of een grappig stukje vertellen over jouw onderwerp, als je maar de aandacht trekt. 

Slide 8 - Slide

Aandachtstrekker
                                In de volgende video is de stelling: 

IN KLASSEN WAAR GEPEST WORDT, MOETEN ALLE LEERLINGEN GELIJKE STRAF KRIJGEN.

Het meisje begint met een aandachtstrekker, voordat ze echt vertelt wat de stelling is.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Inleiding  (kop)
                                                Kernboodschap:

Hier noem je de stelling en of je vóór of tégen de stelling bent.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Inleiding  (kop)
                                                        Labels:

Hier noem je de 3 woorden waar jouw argumenten mee te maken hebben.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Kern  (romp)
                                      Uitwerking label 1, 2 en 3:

Hier noem je je argumenten.
Probeer zoveel mogelijk objectieve argumenten te bedenken en ondersteun je argumenten met een voorbeeld. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slot  (staart)
                                                         Labels:

Hier noem je nog een keer je 3 labels. 
Net als in de inleiding (kop).

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slot  (staart)
                                               Kernboodschap:

                        Hier noem je nog een keer de stelling.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slot  (staart)
                                                  Uitsmijter:

                  Bedenk een goede afsluitende zin bij je stelling.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video