TL-1 - 2.1 Botten

Paragraaf 2.1: Botten
1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Paragraaf 2.1: Botten

Slide 1 - Slide

Planning
SO (cijfer)
Leerdoelen
Theorie 2.1
Opdrachten 2.1

Slide 2 - Slide

SO paragraaf 2.1
Over 2 weken SO 2.1
1d: 01/10/2024
1e: 03/10/2024

Alleen paragraaf 2.1

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kande belangrijkste botten in het lichaam benoemen
  • Je kan de vier functies van het skelet benoemen
  • Je kan vertellen waarom botten soms buigzaam zijn

Slide 4 - Slide

Het skelet
Beenderstelsel = skelet

Ledematen: armen en benen

Hoeveel ledematen heb je?

Slide 5 - Slide

Het skelet

Deze botten moet je allemaal kennen

Slide 6 - Slide

De wervelkolom
De bouw van de wervelkolom

Deze botten moet je allemaal kennen

Slide 7 - Slide

Kootjes

Slide 8 - Slide

Maken
2.1: Opdracht 1 t/m 6

blz 67

Slide 9 - Slide

Waarvoor dient je skelet?
1. Stevigheid 
2. Vorm 
3. Bescherming 
4. Beweging mogelijk maken

Slide 10 - Slide

Functie 1: Stevigheid

Het skelet geeft stevigheid

Je zakt niet in elkaar

Slide 11 - Slide

Functie 2: Vorm
Vorm aan het lichaam

Bijvoorbeeld: rond hoofd voor hersenen

Uiterlijk

Slide 12 - Slide

Functie 2: Vorm
Vorm aan het lichaam

Bijvoorbeeld: rond hoofd voor hersenen

Uiterlijk

Slide 13 - Slide

Functie 3: Bescherming

Belangrijke organen

Wat beschermt je borstkas?

Slide 14 - Slide

Functie 4: Beweging

Dankzij botten met spieren kan je bewegen

Slide 15 - Slide

Hardheid van bot
Waarom is je je sleutelbeen harder dan je oorschelp?

Slide 16 - Slide

Hardheid van bot
Waarom is je je sleutelbeen harder dan je oorschelp?

Kraakbeen!

Slide 17 - Slide

Waardoor zijn botten soms buigzaam?
Bot = been
- veel kalk, klein beetje lijmstof

Kraakbeen
- weinig kalk, veel lijmstof

Slide 18 - Slide

Met gym gooit iemand hard een bal tegen je borst. Je longen beschadigen niet. Dat komt door de functie van het skelet:



A: Beweging
B: Bescherming
C: Vorm
D: Stevigheid

Slide 19 - Slide

Met gym gooit iemand hard een bal tegen je borst. Je longen beschadigen niet. Dat komt door de functie van het skelet:



A: Beweging
B: Bescherming
C: Vorm
D: Stevigheid

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Waar zijn botten van gemaakt?
Beencellen en beenmerg (hol)



De beencellen groeien in 
ringen rond de bloedvaten 
en zenuwen





Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Onder de microscoop
Kraakbeencellen
Veel lijmstof, weinig kalk

Wat betekent veel lijmstof?

Slide 24 - Slide

Onder de microscoop
Kraakbeencellen
Veel lijmstof, weinig kalk

Heel  buigzaam

Slide 25 - Slide

Maken
Opdracht 7 t/m 16
blz. 72

Slide 26 - Slide

Waardoor zijn kinderen zo soepel?


De botten van baby's bestaan bijna helemaal uit kraakbeen

Kraakbeen bestaat uit lijmstof

Waavoor zorgt lijmstof?

Slide 27 - Slide

Waardoor zijn kinderen zo soepel?


De botten van baby's bestaan bijna helemaal uit kraakbeen

Veel lijmstof = buigzaam


Slide 28 - Slide

Kan een baby goed rechtop staan?

Babyskelet weinig kalk
Niet stevig!
Buigt door door veel lijmstof

Niet goed rechtop staan

Slide 29 - Slide

Botten van ouderen
Lijmstof verdwijnt hoe ouder je wordt

Veel kalk, weinig lijmstof

Wie breekt sneller bot? Waarom?

Slide 30 - Slide

Botten van ouderen
Lijmstof verdwijnt hoe ouder je wordt

Veel kalk, weinig lijmstof

Oude mensen breken sneller bot
want weinig buiging / harde botten

Slide 31 - Slide

Hoe vangt je wervelkolom schokken op?

  1. Kraakbeenschijven: vering

  2. Dubbele S-vorm

Slide 32 - Slide

Waarom breekt een opa eerder een bot dan een peuter?

A: Oude mensen hebben weinig lijmstof en veel kalk in hun botten
B: Oude mensen hebben veel lijmstof en weinig kalk in hun botten
C: Jonge kinderen hebben heel weinig kraakbeen en breken daardoor minder snel
D: Er is evenveel kans dat ze hun botten breken

Slide 33 - Slide

Waarom breekt een opa eerder een bot dan een peuter?

A: Oude mensen hebben weinig lijmstof en veel kalk in hun botten
B: Oude mensen hebben veel lijmstof en weinig kalk in hun botten
C: Jonge kinderen hebben heel weinig kraakbeen en breken daardoor minder snel
D: Er is evenveel kans dat ze hun botten breken

Slide 34 - Slide

Dijbeen: langste bot
in been
Stijgbeugel: kleinste bot
in oor

Slide 35 - Slide

Maken
Opdracht 17 t/m 22

Slide 36 - Slide

Wat zijn ledematen?
A
De armen en benen
B
De handen en voeten
C
De borstkas
D
De schedel

Slide 37 - Quiz

Sleep naar de botten die je ziet op de röntgenfoto
Spaakbeen
Opperarmbeen
Ellepijp

Slide 38 - Drag question

Welke functie van het skelet wordt hier omschreven: Zonder skelet zou je in elkaar zakken.
A
Stevigheid
B
Vorm
C
Beschermen
D
Bewegen

Slide 39 - Quiz

Zonder lijmstof....
A
Breken je botten sneller
B
Buigen je botten beter
C
Vallen je botten uit elkaar
D
Heb je geen botten

Slide 40 - Quiz

Het skelet bestaat uit botten. Een ander woord voor botten is _____________.
A
Ruggengraat
B
Beenderen
C
Benen
D
Schedel

Slide 41 - Quiz

Waarom breekt een baby minder snel een bot dan een volwassene?

Slide 42 - Open question

Benoem alle botten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
schedel
Lendewervels
Scheenbeen
Sleutelbeen
opperarmbeen
Spaakbeen
Ellepijp
Kuitbeen
Knieschijf
dijbeen
Borstwervels

Slide 43 - Drag question

Slide 44 - Video