H11 5wisA les 4

H11 Het toetsen van hypothesen
Les 4
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H11 Het toetsen van hypothesen
Les 4

Slide 1 - Slide

vandaag
gemaakt 20,21,23
testopgave H11
bespreken opgave 23

uitleg 11.3AB Beslissingsvoorschrift en significantieniveau

maak opgave 26,27,28,29

Slide 2 - Slide

opgave 23

Slide 3 - Slide

11.3A beslissingsvoorschrift
De vraag: ga ik een vulmachine wel of niet bijstellen?

Slide 4 - Slide

11.3A beslissingsvoorschrift
De vraag: ga ik een vulmachine wel of niet bijstellen?
Voorbeeld blz. 169. Elke fles zou 400 ml. moeten bevatten. Maar is dat wel zo? En wanneer besluit je om de vulmachine anders in te stellen?

Slide 5 - Slide

11.3A beslissingsvoorschrift
De vraag: ga ik een vulmachine wel of niet bijstellen?
Voorbeeld blz. 169. Elke fles zou 400 ml. moeten bevatten. Maar is dat wel zo? En wanneer besluit je om de vulmachine anders in te stellen?

Waarom moet je een vulmachine anders instellen?

Slide 6 - Slide

voorbeeld blz. 169
De vulmachine is zo ingesteld: de inhoud is X ml, deze is normaal verdeeld met          = 400 en           = 4.  
μX
σX

Slide 7 - Slide

voorbeeld blz. 169
De vulmachine is zo ingesteld: de inhoud is X ml, deze is normaal verdeeld met          = 400 en           = 4.  
Na verloop van tijd twijfelt men of dit nog wel klopt? Is het gemiddelde nog wel 400 ml?
μX
σX

Slide 8 - Slide

voorbeeld blz. 169
De vulmachine is zo ingesteld: de inhoud is X ml, deze is normaal verdeeld met          = 400 en           = 4.  
Na verloop van tijd twijfelt men of dit nog wel klopt? Is het gemiddelde nog wel 400 ml?
Wat kun je doen?
μX
σX

Slide 9 - Slide

voorbeeld blz. 169
De vulmachine is zo ingesteld: de inhoud is X ml, deze is normaal verdeeld met          = 400 en           = 4.  
Na verloop van tijd twijfelt men of dit nog wel klopt? Is het gemiddelde nog wel 400 ml?
Wat kun je doen?
Wanneer ga je de machine bijstellen?
μX
σX

Slide 10 - Slide

voorbeeld blz. 169
Je neemt een steekproef van 25 flessen, n = 25          
        = 400 en        =  4
μX
σX

Slide 11 - Slide

voorbeeld blz. 169
Je neemt een steekproef van 25 flessen, n = 25          
        = 400 en        =  4

Het steekproefgemiddelde is normaal verdeeld met
μX
σX

Slide 12 - Slide

voorbeeld blz. 169
Je neemt een steekproef van 25 flessen, n = 25          
        = 400 en        =  4

Het steekproefgemiddelde is normaal verdeeld met


Nu blijkt het steekproefgemiddelde 401 ml te zijn? Wat beslis je?
μX
σX

Slide 13 - Slide

voorbeeld blz. 169
.

Nu is het steekproefgemiddelde 399? Wat doe je?

Slide 14 - Slide

voorbeeld blz. 169
.

Nu is het steekproefgemiddelde 399? Wat doe je?
Nu is het steekproefgemiddelde 405? Wat je doe?

Slide 15 - Slide

voorbeeld blz. 169
.

Nu is het steekproefgemiddelde 399? Wat doe je?
Nu is het steekproefgemiddelde 405? Wat je doe?

Beslissingsvoorschift: Als het gemiddelde boven de 402 of onder de 398 ligt, dan stel ik de machine bij.

Slide 16 - Slide

voorbeeld blz. 169
.

Nu is het steekproefgemiddelde 399? Wat doe je?
Nu is het steekproefgemiddelde 405? Wat je doe?

Beslissingsvoorschift: Als het gemiddelde boven de 402 of onder de 398 ligt, dan stel ik de machine bij. Wat is het risico?

Slide 17 - Slide

voorbeeld blz. 169
.


Er bestaat een kans dat je
de verkeerde beslissing neemt.


Slide 18 - Slide

voorbeeld blz. 169
.


Er bestaat een kans dat je
de verkeerde beslissing neemt.
Wat is hier rechts het risico op
een foute beslissing?

Slide 19 - Slide

opgave 26

Slide 20 - Slide

Huiswerk
maak H11 opgave 26,27,28,29

daarna
opgave 33,34,35 en
opgave 37,38,39,41 en
opgave 42,43,44,46

Slide 21 - Slide