H11 6wisA les 6

H11 Het toetsen van hypothesen
Les 6
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H11 Het toetsen van hypothesen
Les 6

Slide 1 - Slide

Vandaag
gemaakt: mk opg 22,23,25,26
bespreken opg 25,26

theorie 11.2C en 11.3A
voorbeelden

mk opg 27,28,30,31

Slide 2 - Slide

11.2B Discrete en continue toevalsvariabelen

Slide 3 - Slide

11.2B Discrete en continue toevalsvariabelen
.



voorbeelden van een continue variabele: tijd en gewicht

Slide 4 - Slide

11.2B Discrete en continue toevalsvariabelen
.



voorbeelden van een continue variabele: tijd en gewicht
voorbeelden van een discrete variabele: aantal keer dat je 6 gooit

Slide 5 - Slide

11.2B Discrete en continue toevalsvariabelen
gevolgen:

Slide 6 - Slide

11.2B continuïteitscorrectie

Slide 7 - Slide

Opgave 25

Slide 8 - Slide

Opgave 26

Slide 9 - Slide

11.2C van discreet naar continue

Slide 10 - Slide

11.2C van discreet naar continue

Slide 11 - Slide

11.3A beslissingsvoorschrift
De vraag: ga ik een vulmachine wel of niet bijstellen?

Slide 12 - Slide

11.3A beslissingsvoorschrift
De vraag: ga ik een vulmachine wel of niet bijstellen?
Voorbeeld blz. 182. Elke fles zou 400 ml. moeten bevatten. Maar is dat wel zo? En wanneer besluit je om de vulmachine anders in te stellen?

Slide 13 - Slide

11.3A beslissingsvoorschrift
De vraag: ga ik een vulmachine wel of niet bijstellen?
Voorbeeld blz. 182. Elke fles zou 400 ml. moeten bevatten. Maar is dat wel zo? En wanneer besluit je om de vulmachine anders in te stellen?

Waarom moet je een vulmachine anders instellen?

Slide 14 - Slide

voorbeeld blz. 182
De vulmachine is zo ingesteld: de inhoud is X ml, deze is normaal verdeeld met          = 400 en           = 4.  
μX
σX

Slide 15 - Slide

voorbeeld blz. 182
De vulmachine is zo ingesteld: de inhoud is X ml, deze is normaal verdeeld met          = 400 en           = 4.  
Na verloop van tijd twijfelt men of dit nog wel klopt? Is het gemiddelde nog wel 400 ml?
μX
σX

Slide 16 - Slide

voorbeeld blz. 182
De vulmachine is zo ingesteld: de inhoud is X ml, deze is normaal verdeeld met          = 400 en           = 4.  
Na verloop van tijd twijfelt men of dit nog wel klopt? Is het gemiddelde nog wel 400 ml?
Wat kun je doen?
μX
σX

Slide 17 - Slide

voorbeeld blz. 182
De vulmachine is zo ingesteld: de inhoud is X ml, deze is normaal verdeeld met          = 400 en           = 4.  
Na verloop van tijd twijfelt men of dit nog wel klopt? Is het gemiddelde nog wel 400 ml?
Wat kun je doen?
Wanneer ga je de machine bijstellen?
μX
σX

Slide 18 - Slide

voorbeeld blz. 182
Je neemt een steekproef van 25 flessen, n = 25          
        = 400 en        =  4
μX
σX

Slide 19 - Slide

voorbeeld blz. 182
Je neemt een steekproef van 25 flessen, n = 25          
        = 400 en        =  4

Het steekproefgemiddelde is normaal verdeeld met
μX
σX

Slide 20 - Slide

voorbeeld blz. 182
Je neemt een steekproef van 25 flessen, n = 25          
        = 400 en        =  4

Het steekproefgemiddelde is normaal verdeeld met


Nu blijkt het steekproefgemiddelde 401 ml te zijn? Wat beslis je?
μX
σX

Slide 21 - Slide

voorbeeld blz. 182
.

Nu is het steekproefgemiddelde 399? Wat doe je?

Slide 22 - Slide

voorbeeld blz. 182
.

Nu is het steekproefgemiddelde 399? Wat doe je?
Nu is het steekproefgemiddelde 405? Wat je doe?

Slide 23 - Slide

voorbeeld blz. 182
.

Nu is het steekproefgemiddelde 399? Wat doe je?
Nu is het steekproefgemiddelde 405? Wat je doe?

Beslissingsvoorschift: Als het gemiddelde boven de 402 of onder de 398 ligt, dan stel ik de machine bij.

Slide 24 - Slide

voorbeeld blz. 182
.

Nu is het steekproefgemiddelde 399? Wat doe je?
Nu is het steekproefgemiddelde 405? Wat je doe?

Beslissingsvoorschift: Als het gemiddelde boven de 402 of onder de 398 ligt, dan stel ik de machine bij. Wat is het risico?

Slide 25 - Slide

voorbeeld blz. 182
.


Er bestaat een kans dat je
de verkeerde beslissing neemt.


Slide 26 - Slide

voorbeeld blz. 182
.


Er bestaat een kans dat je
de verkeerde beslissing neemt.
Wat is hier rechts het risico op
een foute beslissing?

Slide 27 - Slide

opgave 30

Slide 28 - Slide

Huiswerk
mk opg 22,23,25,26 en opg 27,28,30,31

weektaak wk 38:
mk opg 22,23,25,26 en
opg 27,28,30,31

Slide 29 - Slide