Na Klar Kap 4 les 14+15

Les 14+15
Lernziel: 
Je kan de grammatica tot nu toe toepassen en uitleggen aan een klasgenoot.

Inhalt:
herhaling 3de + 4de naamval
uitleg geven aan je klasgenoot








1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Les 14+15
Lernziel: 
Je kan de grammatica tot nu toe toepassen en uitleggen aan een klasgenoot.

Inhalt:
herhaling 3de + 4de naamval
uitleg geven aan je klasgenoot








Slide 1 - Slide

17 + 18 april SO voor klasdeel op school
Leren:
Kap 4 lernbox 1, 2, 3, 6
Grammatica: 3de + 4de naamval (te vinden in: Kap 3 Gram C+D+G+H en Kap 4 Gram B+E + uitlegblad)

Slide 2 - Slide

(je wilt) hier schwimmen.
A
du willst
B
du wollst
C
du wille
D
du wolle

Slide 3 - Quiz

(Wij houden van) Orangensaft.
A
wir möchten
B
wir magen
C
wir mögen
D
wir maggen

Slide 4 - Quiz

(Hij kan) niets.

Slide 5 - Open question

Ihr müsst (naar de) Schule.

Slide 6 - Open question

Der Arzt schreibt (de) Patienten (mv) Ruhe vor.

Slide 7 - Open question

Der Kellner bringt (de) Gast (een) Kaffee (m).

Slide 8 - Open question

3de + 4de naamval
Hand-out gezamenlijk doornemen

Slide 9 - Slide

Vul juist in:
1.  Ich gebe d…… netten Opa ein…… Geschenk (o). 
2. Auch für sein….. Schwester ist das sehr wichtig. 
3. Diesen Sonntag gehen sie zu ihr….. Familie.
4. Ich reise lieber mit d…… Bus (m). 
5. Wir haben kein…… Wagen (m) mehr, wir haben (hem)….. verkauft. 
6. Wer von (jullie) ….. hat d…… Fenster (o) geputzt? 





Slide 10 - Slide

Lernbox 6 (TB S 93)
TB S82 Rollenspiel  + Aufgabe 61 (AB S 87)

Slide 11 - Slide

voorbereiden overleg
Je gaat straks in een tweetal elkaar de grammatica uitleg geven aan de hand van onderstaande opdrachten:
Maken opdr 46 (AB S 82/online 4.5)
Maken opdr 58 (AB S 85 / online 4.5)
Reeds gemaakt  57 (AB S 58 / online 4.5)
10 minuten

Slide 12 - Slide

Uitleggen
Online: breakoutroom met 3 personen
Lokaal: 2 personen
Je gaat de opdrachten met elkaar nakijken. 
1 persoon begint met zin 1 en legt uit HOE hij/zij tot het antwoord gekomen is
bijv bij 46.1: Zeig, het is 1 persoon, dan gebruik je de du vorm - st, dus zeigst - st = zeig. De ander doet zin 2 en zo ga je door tot je opdracht 46 + 57 + 58 gedaan hebt. Noteer verschillen, die bespreken we dan klassikaal.
10/15 minuten fluistertoon

Slide 13 - Slide

Het aan elkaar uitleggen van de grammatica was .....

Slide 14 - Open question

Hausaufgaben
1. maken: -
2. leren: alles voor SO volgende week
17 + 18 april SO voor klasdeel op school
Leren: 
Kap 4 lernbox 1, 2, 3, 6
Grammatica: 3de + 4de naamval (te vinden in: Kap 3 Gram C+D+G+H en Kap 4 Gram B+E + uitlegblad)

Slide 15 - Slide