Week 6 - lijdend voorwerp

Welkom!
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Herhaling grammatica
  • Lijdend voorwerp 

Slide 2 - Slide

De presentatrice van het journaal draagt een geel broekpak.
A
pv = draagt ow = de presentatrice
B
pv = draagt ow = een geel broekpak
C
pv = draagt ow = de presentatrice van het journaal
D
pv = draagt ow = van het journaal

Slide 3 - Quiz

Wat is een wg?

Slide 4 - Slide

Lijdend voorwerp
Wat is het?
Hoe vind je het in de zin?
Voorbeeld?

Slide 5 - Slide

Ik geef hem een kaars.
pv =
ow = 
wg = 
lv = 

Slide 6 - Slide

Ik kijk de toets na.
pv =
ow =
wg =
lv =

Slide 7 - Slide

Mijn lievelingsoma is al de hele dag aan het tuinieren
pv =
ow =
wg =
lv = 

Slide 8 - Slide

Lijdend voorwerp
  • Geeft meestal aan wie/wat iets 'overkomt' of 'ondergaat'.
  • Begint bijna nooit met een voorzetsel (achter, in, op, aan, voor, etc).
  • Wie/wat + wg + ow
Voorbeeld: Ricardo heeft een warme winterjas gekocht
Wie/wat heeft Ricardo gekocht? een warme winterjas
 

Slide 9 - Slide

Aan het werk
- Havo: Grammatica §7 blz. 216 opdr. 2, 3 en 6

- Vwo: Grammatica §7 blz. 216 opdr. 3, 5 en 6

Slide 10 - Slide