3.9 Spelling

3.8 / 3.9 spelling
Weektaak HM:
Opdracht 1 t/m 16
12 en 7 niet
Af op 24 mei
Weektaak HV:
Opdracht 1 t/m 14
8 en 9 niet


1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

3.8 / 3.9 spelling
Weektaak HM:
Opdracht 1 t/m 16
12 en 7 niet
Af op 24 mei
Weektaak HV:
Opdracht 1 t/m 14
8 en 9 niet


Slide 1 - Slide

Opdracht 1
Klaar? verder met opdracht 5
Na 10 minuten kijken we het gezamenlijk na.
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- Je kan de verleden tijd van zwakke werkwoorden spellen.
- Je kan het meervoud van zelfstandig naamwoorden schrijven.
- Je kan twintig dicteewoorden foutloos schrijven.

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm in Verleden tijd
Sterke werkwoorden - zwakke werkwoorden

Slide 4 - Slide

Wat is GEEN zwak werkwoord?
A
voelen
B
praten
C
horen
D
ruiken

Slide 5 - Quiz

Sterke werkwoorden
Twijfel je of het eindigt op -d of -t? Maak het woord langer; dan hoor je het.

Slide 6 - Slide

Wat zijn zwakke werkwoorden?
Zwakke werkwoorden behouden hun klank in verleden tijd. Zij krijgen -te(n) of -de(n) erachter.


Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooid deelwoord
dansen
danste
gedanst
huilen
huilde
gehuild
praten
praatte
gepraat
bellen
belde
gebeld

Slide 7 - Slide

t ex kofschip

Slide 8 - Slide

Oefenen
Tegenwoordige tijd
Stam
Laatste letter van de stam
Verleden tijd = ik-vorm + de(n) of -te(n)
Leren
Ler
R
leerde
Koken
Maken
Verhuizen
Huppelen

Slide 9 - Slide

Weektaak
Werk in stilte aan de weektaak. Heb je een vraag? Sla de opdracht dan even over.
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Weektaak
Werk aan de weektaak. Je mag zacht overleggen.
Loop je op schema? Dan heb je vandaag t/m opdracht 4 (HV)/ 6 (HM) gemaakt.

Slide 11 - Slide

3.8 spelling
Weektaak HM:
Opdracht 1 t/m 16
12 en 7 niet

Weektaak MK:
Opdracht 1 t/m 14
6 en 10 niet

Slide 12 - Slide

Leerdoelen MK:

- Je kan de verleden tijd van sterke werkwoorden spellen.
- Je kan het meervoud van zelfstandig naamwoorden schrijven.
- Je kan tien dicteewoorden foutloos schrijven.

Leerdoelen MH:

- Je kan de verleden tijd van zwakke werkwoorden spellen.
- Je kan het meervoud van zelfstandig naamwoorden schrijven.
- Je kan twintig dicteewoorden foutloos schrijven.

Slide 13 - Slide

Zelf doen
  • Schrijf op wat je in de meivakantie hebt gedaan.  (10 minuten, minstens 5 zinnen.)
  • Wissel het verhaaltje uit met een klasgenoot.
  • Onderstreep de werkwoorden en zet erbij of het een zwak werkwoord (Z) of sterk werkwoord (S) is. (10 minuten)
  • Lever het in bij de docent.
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Leerdoelen MK:

- Je kan de verleden tijd van sterke werkwoorden spellen.
- Je kan het meervoud van zelfstandig naamwoorden schrijven.
- Je kan tien dicteewoorden foutloos schrijven.

Leerdoelen MH:

- Je kan de verleden tijd van zwakke werkwoorden spellen.
- Je kan het meervoud van zelfstandig naamwoorden schrijven.
- Je kan twintig dicteewoorden foutloos schrijven.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Weektaak
Werk in stilte aan de weektaak. Heb je een vraag? Sla de opdracht dan even over.
timer
5:00

Slide 17 - Slide

Weektaak
Werk aan de weektaak. Je mag zacht overleggen.
Loop je op schema? Dan heb je vandaag t/m opdracht 11 (HV)/ 13 (HM) gemaakt.

Slide 18 - Slide

Leerdoelen:

- Je kan de verleden tijd van zwakke werkwoorden spellen.
- Je kan het meervoud van zelfstandig naamwoorden schrijven.
- Je kan twintig dicteewoorden foutloos schrijven.

Slide 19 - Slide

Extra meervoud oefenen

Slide 20 - Slide

Afmaken weektaak
Einde van de les kijken we de totaalopdracht na.

Slide 21 - Slide

Nakijken totaalopdracht

Slide 22 - Slide

Dicteewoorden met ei / ij
Opdracht 12 t/m 13

Slide 23 - Slide