Voedselverspilling verminderen: een verantwoordelijke benadering

Voedselverspilling verminderen: een verantwoordelijke benadering

Doel van de les

Aan het einde van deze les weet je wat voedselverspilling is en hoe je dit kunt voorkomen.

Introduceer het doel van de les en laat de leerlingen weten wat ze aan het einde van de les moeten kunnen doen.

Wat weet je al over voedselverspilling en hoe het te voorkomen?

Wat is voedselverspilling?

Voedselverspilling is het onnodig weggooien van voedsel dat nog eetbaar is.

Definieer voedselverspilling en leg uit waarom het belangrijk is om dit te verminderen.

Oorzaken van voedselverspilling

Overproductie, onjuiste opslag, onjuiste portiegrootte en houdbaarheidsdata zijn enkele oorzaken van voedselverspilling.

Beschrijf de verschillende oorzaken van voedselverspilling en leg uit waarom ze leiden tot verspilling.

Impact van voedselverspilling

Voedselverspilling heeft een grote impact op het milieu en de economie.

Beschrijf de negatieve effecten van voedselverspilling op het milieu en de economie.

Hoe kunnen we voedselverspilling verminderen?

We kunnen voedselverspilling verminderen door bewust te zijn van ons koop- en eetgedrag, slim te plannen en te koken, en restjes te bewaren en opnieuw te gebruiken.

Geef praktische tips over hoe leerlingen voedselverspilling kunnen verminderen.

Plan je maaltijden

Plan je maaltijden vooruit om te voorkomen dat je te veel koopt of te veel kookt.

Laat de leerlingen zien hoe ze een weekmenu kunnen maken om voedselverspilling te voorkomen.

Bewaar restjes

Bewaar restjes in de koelkast of vries ze in om later opnieuw te gebruiken.

Geef tips over hoe restjes kunnen worden bewaard en opnieuw kunnen worden gebruikt.

Wrap-up

Nu weet je wat voedselverspilling is en hoe je het kunt voorkomen. Goed gedaan!

Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef de leerlingen de kans om vragen te stellen of opmerkingen te maken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.