Oefentoets chapter 3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Oefentoets chapter 3

• Woordjes hoofdstuk 3 (NL-ENG en ENG-NL)
• Verleden tijd (past simple & past continuous)
• Je mening geven en iets omschrijven

Instructies

Zorg dat je op een rustig plek zit, zodat je je goed kunt concentreren.

Op de volgende slides wordt de verleden tijd nog een keer uitgelegd, bekijk deze filmpjes goed voor je verder gaat.

Vocabulary (woordjes)

Geef de Nederlandse vertaling van het aangegeven woord op de volgende slides. 

He acted very silly yesterday.
Vertaal: silly

She explained it very clearly.
Vertaal: clearly

That wound looks awful!
vertaal: awful

These movies are very similar.
Vertaal: similar

They revealed the film poster.
Vertaal: revealed

She is an aspiring actress.
Vertaal: aspiring

Vocabulary (woordjes)

Geef de Engelse vertaling van het woord in de zin dat nog in het Nederlands staat. Let op je spelling :)

She is a very [eerlijk] person.

We should clean up the [rommel].

The manager asked her [medewerker] to work extra hours.

We [repeteren] every Saturday at ten o'clock.

That suit is pefect to [vermommen] yourself!

The way you improved your grades is a great [prestatie].

Verleden tijd

Kies de juiste verleden tijd.

Past simple - iets gebeurde in het verleden en is afgerond

Yesterday, we walked to school.

Past continuous - iets was bezig in het verleden, dit duurde iets langer en werd mogelijk onderbroken door iets anders.

Yesterday, when we were walking to school, a car crashed into a tree right next to us. 

The students ____________ cards when the teacher came in.

1. played
2. were playing

He ________a loud bang while he was talking to his friend.

1. heard
2. was hearing

When they _______the museum, the sun was shining.

1. left
2. were leaving

We _________ at the breakfast table when the doorbell rang.

1. sat
2. were sitting

Make it past simple

De volgende zinnen staan in de present simple (tegenwoordige tijd). Jij gaat ze in de past simple (verleden tijd) zetten. 

Vb: I watch a movie wordt I watched a movie.

Put in past simple:
Tim invite us to his party.

Put in past simple:
She look very scared.

Put in past simple:
They walk to school together.

Put in past simple:
I answer the questions.

Irregular verbs

Een aantal werkwoorden kun je niet volgens de -ed regel in de past simple zetten, deze zijn onregelmatig (niet volgens de regels).

 

Kies bij de volgende vragen de juiste vorm van het werkwoord, houd hierbij rekening met regelmatig/onregelmatig

I [to buy] icecream for my family.

1. buyed
2. bought

She [to laugh] very hard at his jokes.

1. laughed
2. left

My father [to sell] his motorbike.

1. selled
2. sold

I never [to find] that book I lost.

1. found
2. finded

We [to make] a big mistake.

1. maked
2. made

Describe and recommend

In de volgende opdracht schrijf je een kort stukje over een film/serie welke je pas hebt gezien. Vertel in 2-3 zinnen waar het over gaat, geef je mening met ten minste 2 goede punten en 1 minpunt aan deze film/serie. 

Je mag het ook allemaal verzinnen (als je nooit films/series kijkt bijvoorbeeld)

Tell me about the film/serie you saw.

You're done! How did it go?

😒🙁😐🙂😃