2.5 woorden

2.5 woorden
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

2.5 woorden

Slide 1 - Slide

Tekst
anoniem
resulteren in
registreren
toenemen
benadrukken
zonder naam
tot gevolg hebben
vastleggen
meer of groter worden
de nadruk leggen op iets

Slide 2 - Drag question

Wat betekent het woord 'afnemen'?
A
minder of kleiner worden
B
aantonen dat iets juist is
C
vastleggen
D
meer of groter worden

Slide 3 - Quiz

Wat betekent het woord 'de onderbouwing'?
A
de organisatie die onderzoek doet
B
iemand die aan de universiteit een onderzoek doet
C
de redenen die je aanvoert om iets te bewijzen
D
zonder naam, onbekend

Slide 4 - Quiz

Wat betekent het woord 'de bewering'?
A
de uitspraak die niet bewezen is
B
iets onderzoeken door het in stukjes te verdelen
C
tot gevolg hebben
D
de redenen die je aanvoert om iets te bewijzen

Slide 5 - Quiz

Wat zijn leenwoorden?

Slide 6 - Mind map

Leenwoorden
Woorden die uit een andere taal komen.

Voorbeeld: bureau (Frans), plastic (Engels), überhaupt (Duits), professor (Latijn), sultan (Arabisch).


Slide 7 - Slide

Uit welke taal lenen wij dit woord?
museum
A
Duits
B
Frans
C
Latijns
D
Arabisch

Slide 8 - Quiz

de balans
realiseren

de ophef
het speerpunt
weegschaal, evenwicht
tot stand brengen
aandacht
deel van het beleid dat belangrijk gevonden wordt.

Slide 9 - Drag question

Uit welke taal lenen wij dit woord?
rottweiler
A
Duits
B
Frans
C
Engels
D
Latijns

Slide 10 - Quiz

Uit welke taal lenen wij dit woord?
e-mail
A
Duits
B
Engels
C
Frans
D
Latijns

Slide 11 - Quiz

Uit welke taal lenen wij dit woord?
enquête
A
Duits
B
Frans
C
Latijns
D
Engels

Slide 12 - Quiz

Woordenlijst examen NE
aspect
baseren op
benadrukken
bewering
blijken uit
citeren
ergens extra aandacht op vestigen, belangrijker maken
duidelijk worden uit
kant of onderdeel
letterlijk overschrijven of iemands woorden letterlijk weergeven
van bepaalde informatie uitgaan
iets wat je zegt of schrijft

Slide 13 - Drag question

Opdrachten maken
2.5 woorden
opdracht 1 t/m 10

Slide 14 - Slide