2.5 woorden

2.5 woorden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

2.5 woorden

Slide 1 - Slide

Tekst
anoniem
resulteren in
registreren
toenemen
benadrukken
zonder naam
tot gevolg hebben
vastleggen
meer of groter worden
de nadruk leggen op iets

Slide 2 - Drag question

Wat betekent het woord 'afnemen'?
A
minder of kleiner worden
B
aantonen dat iets juist is
C
vastleggen
D
meer of groter worden

Slide 3 - Quiz

Wat betekent het woord 'de onderbouwing'?
A
de organisatie die onderzoek doet
B
iemand die aan de universiteit een onderzoek doet
C
de redenen die je aanvoert om iets te bewijzen
D
zonder naam, onbekend

Slide 4 - Quiz

Wat betekent het woord 'de bewering'?
A
de uitspraak die niet bewezen is
B
iets onderzoeken door het in stukjes te verdelen
C
tot gevolg hebben
D
de redenen die je aanvoert om iets te bewijzen

Slide 5 - Quiz

Wat zijn leenwoorden?

Slide 6 - Mind map

Leenwoorden
Woorden die uit een andere taal komen.

Voorbeeld: bureau (Frans), plastic (Engels), überhaupt (Duits), professor (Latijn), sultan (Arabisch).


Slide 7 - Slide

Uit welke taal lenen wij dit woord?
museum
A
Duits
B
Frans
C
Latijns
D
Arabisch

Slide 8 - Quiz

Uit welke taal lenen wij dit woord?
rottweiler
A
Duits
B
Frans
C
Engels
D
Latijns

Slide 9 - Quiz

Uit welke taal lenen wij dit woord?
e-mail
A
Duits
B
Engels
C
Frans
D
Latijns

Slide 10 - Quiz

Uit welke taal lenen wij dit woord?
enquête
A
Duits
B
Frans
C
Latijns
D
Engels

Slide 11 - Quiz

Opdrachten maken
2.5 woorden
opdracht 1 t/m 10

Slide 12 - Slide