Perifeer infuus

1 / 30
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt indicaties benoemen voor een perifeer infuus en toepassen in casuïstiek.
  • Je kunt de contra indicaties benoemen en toepassen in casuïstiek. 
  • Je kunt complicaties en de daarbij horende interventies van een perifeer infuus in eigen woorden uitleggen.
  • Je kunt het verschil tussen Hypotoon, Isotoon en Hypertoon uitleggen en toepassen in casuïstiek. 


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij al over een
perifeer infuus?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn redenen om een perifeer infuus te plaatsen?

Slide 4 - Open question

Waaknaald (indien nodig kan er snel een infuus of medicatie op aangesloten worden)
· Toedienen van vocht
· Toedienen van medicatie:
 Wanneer enteraal toediening van medicatie niet mogelijk is.
Medicatie bij passage van het maagdarmkanaal onwerkzaam worden
Medicijnen snel moeten werken. Bijvoorbeeld: antibiotica, pijnmedicatie, cytostatica, antimisselijkheidsmedicijnen en heparine.
Wanneer medicatie continu toegediend moeten worden via een perfusorpomp.
· Toedienen van bloedproducten
· Afnemen van monsters voor laboratorium onderzoek.
· Herstellen van het zuur-base evenwicht.
Redenen voor het plaatsen van een perifeer infuus
  • er een directe toegang tot de bloedbaan nodig is;
  • er een stof moet worden toegediend die niet of nauwelijks irriterend is voor de venewand;
  • er wordt verwacht dat de toediening kortdurend is (maximaal 6 – 14 dagen);
  • er ten minste drie perifere venen beschikbaar zijn om het infuus in te brengen.

Vocht, medicatie (chemo, AB, narcose), bloedtransfusie

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Een perifeer infuus is geschikt voor het toedienen van medicatie die irriterend is voor de vaatwand.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht


Wat zijn geschikte plaatsen om een infuus te prikken? Waarom wel of waarom niet? 
Waar let je op bij het plaatsen van een infuus?
timer
10:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Aanprikplaats
  • Houdt rekening met voorkeur en ervaring patiënt (liefst onderarm) 
  • Hand als 2de keus
  • Soms onderbeen of voet

NB: niet meer dan twee keer proberen/emla/persoonlijk protocol

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten
  • Verwijder sieraden
  • Plaats die zo min mogelijk belemmeringen voor de patiënt/ cliënt heeft 
  • Minimaal 2 maal het volume van de infuuskatheter om te flushen (5 ml NaCl 0,9%)
  • Gebruik de no - touch techniek
  • Zorg voor een gesloten systeem
  • Gebruik zo min mogelijk verbindingsmaterialen
  • Dagelijks inspectie insteekopening

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

Maat canule afhankelijk van toediening reden. 
Bijvoorbeeld bloedtransfusie: 18 - 20 ch

Niet aanprikken in of vlakbij
  • Gewrichten
  • Waar pijn bij palpatie wordt ervaren
  • Beschadigde huid
  • Ledematen met een infectie of trombose
  • Waar geplande procedures gepland staan
  • Waar bloedvaten zijn aangetast
  • Ledematen met (lymf)oedeem
  • In bestraald gebied
  • In verlamde ledematen
  • In ledematen met dystrofie
  • In een lichaamsdeel met een shunt. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lokale contra-indicaties

Huidinfectie

Flebitis

Dermatologische afwijkingen

Locale atrioveneuze shunt

Status na okselkliertoilet 

Oedeem

Verlamd lichaamsdeel / dystrofie


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Palpatie

Ga bij jouw buurman of buurvrouw na wat goede prikplaatsen zijn voor het plaatsen van een venflon. Leg ook uit waarom je daarvoor kiest.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Zoek op...
Protocol Vilans inbrengen perifeer infuus/ verzorgen insteekopening/ infuusmateriaal vervangen

Wat is de no-touch techniek?
Wanneer moet de pleister vervangen worden?
Hoe lang mag een perifeer infuus blijven zitten?

Slide 14 - Slide

Pleister:
1 x per 7 dagen 
Als de pleister losraakt, vervuild is of als er huidbeschadigingen onder zijn ontstaan 
Canule:
Wanneer inspectie van de insteekplaats hier aanleiding toe geeft [1][6]
Wanneer deze langer dan 24 uur niet gebruikt is [3]
Bij het inbrengen van een infuus beschermen niet-steriele handschoenen de vpk:
A
Tegen een prikaccident
B
Tegen bloedcontact
C
Tegen een kruisinfectie
D
Tegen allergieën

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions


Een perifeer infuus breng je NIET in in de arm ...
A
waar de zorgvragen een shunt heeft
B
waar de lymfeklieren zijn weggehaald
C
die verlamd is
D
A, B en C zijn correct

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Een perifeer infuus is geschikt om gedurende drie weken intraveneus toedienen van antibiotica.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Het toedienen van medicatie via een infuus valt onder:
A
Enterale toediening
B
Parenterale toediening
C
Spinale toediening
D
Intramusculaire toediening

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Complicaties perifeer infuus

Opdracht: zoek op welke complicaties kunnen optreden en welke interventies toegepast kunnen worden. 

Slide 21 - Slide

Flebitis
Hematoomvorming
Infectie
Verplaatsen van de katheter of subcutaan lopen
Verstopping van de katheter

subcutaan inlopen van de vloeistof;
tromboflebitis;
lijninfecties;
sepsis;
overvulling van de circulatie;
luchtembolie;
allergische reacties.
Oedeem arm
Extravasatie (naderhand met necrose)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

evt: nog extra filmpje om te laten zien, voor studenten die dit prettig vinden.
Na hoeveel tijd vervang je een fixatiepleister van een perifeer infuus?
A
iedere dag
B
iedere 3 dagen
C
na een week
D
na 2 weken

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vaak moet een infuussysteem vervangen worden als iemand een continu infuus heeft
A
24 uur
B
28 uur
C
96 uur
D
een week

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Isotoon, hypertoon en hypotoon
Isotoon: oplossing heeft dezelfde osmotische waarde als het bloed (nacl 0.9%, glucose 5%, ringerlactaat)

Hypertoon: hogere concentraties aan opgeloste stoffen
(glucose 10% of 20%)

Hypotoon: oplossingen met lagere concentraties aan opgeloste stoffen
(slap zout 0,45% NaCl)

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Volgende les

Infusie via spuitenpomp en pomp toedienen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions