par 1

• Aardrijkskunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Waddeneilanden

ontstaan waddeneilanden 

getijdenstroming

eilanden "verplaatsen"

De zandbanken op de ‘kop’ en ‘staart’ van de eilanden veranderen steeds van plek door veranderingen in golven, getijstromen en zandaanvoer.

TV-TAS:
Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog

zeegat.

Noordzeewater stroomt tussen de eilanden de waddenzee in.

Geulen

Worden gevuld met Slib

Alleen zwaardere zanddeeltjes blijven achter( sedimenteren/bezinken)

Wadplaten 

vallen bij Eb droog.

Zijn opgehoogd door de sedimentatie van slib( fijn zand) op het moment dat water bijna niet stroomt ( overgang eb> vloed)

Prielen

Wantij

Hier komen 2 vloedstromen vanuit 2 zeegaten samen Hier bezinkt het meeste slib. En dus erg ondiep > wadlopen

kop

staart

Kwelder en slenk

Ontstaan duinen

Op de hogere, drogere delen van het strand lage duintjes:

stap 1: door de wind waait zand op

stap 2: het blijft liggen achter een obstakel

stap 3: strandduintjes groeien aaneen tot duinenrij

stap 4: aan zeekant gebeurt hetzelfde weer bij voldoende aanvoer van zand

Breed duingebied met:

- jonge duinen:dichter bij zee

- oude duinen: verder van zee

maken

opdracht 1 t/m 5