H4.3: Soortelijke warmte

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

H4.3: Soortelijke warmte

             Herhaling 

- Molecuulmodel

- Warmtestroom

              Theorie

H4.3: Soortelijke warmte

- Joulemeter

- Soortelijke warmte

- Smeltwarmte en verdampingswarmte

Een elektrische kruikverwarmer is gevuld met water en verwarmd een kruik. Het water wordt verwarmd met een dompelaar.

Welke vorm van warmtetransport is hier het belangrijkst?

1. Geleiding, want de kruik is in vaste fase
2. Stroming, want het water stroomt door verschil in dichtheid
3. Straling, want de kruik en het water hebben een T > 0 K
4. Alledrie

Het sublimeren van ijs naar waterdamp wanneer je de vriezer opentrekt op een warme dag is een faseovergang.

Welke energieomzetting vindt hierbij plaats?

1. Sublimeren kost energie en de energie komt uit de omgeving in de vorm van warmte. Q --> Ek
2. Sublimeren levert energie in de vorm van warmte. Ek --> Q
3. Sublimeren kost energie en de energie komt uit de omgeving in de vorm van warmte. Q --> Ek en Ep
4. Sublimeren levert energie in de vorm van kinetische energie en warmte. Ek en Q --> E

Er vindt warmtetransport plaats door een geisoleerde muur. De warmtegeleidingscoefficient is 0,012 W/m/K.
P = 28,8 J/s, A = 10 m^2, dT = 12 K

Hoe dik is de muur met isolatie?

1. 20 m
2. 1,44 m
3. 41,472 m
4. 0,05 m

Er wordt ossengal gesmolten in een pan.

Wat gebeurt er met de kinetische energie, temperatuur, inwendige energie en potentiele energie van de moleculen?

1. Alles neemt toe in grootte
2. Alleen Kinetische energie en temperatuur stijgen
3. Alleen inwendige energie en potentiele energie nemen toe in grootte
4. Alleen de temperatuur en potentiele energie nemen toe

H4.3: Soortelijke warmte

Warmte (Q) is de energie (E) die uitgewisseld wordt tussen voorwerpen tengevolgde van een temperatuursverschil (dT > 0).

Temperatuur (T) verandert voor beide voorwerpen!

Geen uitwisseling door geleiding of stroming als dT = 0

Soortelijke warmte

De ene stof houdt beter warmte vast dan een andere stof

Een Joulemeter meet de energie dat verplaatst

Zou 1 L olie evenveel Q opnemen als 1 L water bij dT = 10 K? Waarom wel/niet?

Soortelijke warmte

De ene stof houdt beter warmte vast dan een andere stof

Een Joulemeter meet de energie dat verplaatst

Zou 1 L olie evenveel Q opnemen als 1 L water bij dT = 10 K? Waarom wel/niet?

Soortelijke warmte

De soortelijke warmte van een stof is de hoeveelheid warmte (Q) dat nodig is om een stof van 1 g in totaal 1 K in temperatuur te laten stijgen.

Soortelijke warmte

Soortelijke warmte

Soortelijke warmte en faseovergangen

Faseovergangen kosten energie of leveren energie

Oefenen en begrijpen

Maak opgaven

16 t/m 23