H3.3 + herhalen H3

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen?

• Herhalen H3 tot nu toe
• Maken 3.3
• Aan het werk 3.3 

Als iets arbeid verricht dan moet er

1. een afstand worden afgelegd
2. een kracht zijn
3. een kracht zijn en een afstand worden afgelegd
4. een sterke kerel zijn

Het symbool van vermogen is ........
en de eenheid van vermogen is .........

1. P en W
2. U en V
3. I en A
4. P en mA

Soortelijke warmte is...

1. de hoeveelheid energie die nodig is om 1 gram stof 1 °F te laten stijgen in temperatuur
2. de hoeveelheid energie die nodig is om 1 kilogram stof 1 °C te laten stijgen in temperatuur
3. de temperatuur die nodig is om 1 gram stof 1 °C te laten stijgen in energie
4. de hoeveelheid energie die nodig is om 1 gram stof 1 °C te laten stijgen in temperatuur

Welke energie-omzetting heb je in een gasbrander?

1. chemische energie → elektrische energie
2. bewegingsenergie → chemische energie
3. elektrische energie → warmte + licht
4. chemische energie → warmte + licht

De formule voor arbeid is...

1. W = Δ E x k
2. W = m x g x h
3. W = P x t
4. W = F x s

Bereken de hoeveelheid arbeid die deze man verricht heeft.

Welk energiestroomdiagram is correct?

Q= warmte

1. diagram A
2. diagram B
3. diagram C
4. diagram D

Wat is de eenheid van soortelijke warmte?

1. Joule (J)
2. Joule per gram (J/g)
3. Joule per graad Celsius (J/°C)
4. Joule per kg x graden Celsius (J/kg x °C)

Wat is het symbool van soortelijke warmte

1. Q
2. m
3. c
4. ΔT

Hoeveel energie heb je nodig om 20 kg water te laten koken (100 graden Celcius) wat een begintemperatuur heeft van 23 graden Celsius en een soortelijke warmte van 4,2 J/(kg.oC)

Doelen §3.3

• Weten wat soortelijke warmte is
  
• Rekenen met soortelijke warmte 
  

Warmtetransport 

Stukje herhalen over warmte transport 

Filmpje  over warmtetransport 

Warmte uitwisselen

- Koude theelepel in kop warmte thee roeren

- Lepel warmt op thee koelt af 

- Temperatuur blijft stijgen en dalen tot dat de lepel en de thee de zelfde temperatuur hebben 

- De energie die wordt uitgewisseld = Warmte (Q) 

- twee voorwerpen wisselen warmte uit dan is:

    

T​lepel​​=stijgt

T​thee​​=daalt

Q​af​​=Q​op​​

Soortelijke warmte 

Video met uitleg wat soortelijke warmte is en hoe je er aan moet rekenen 

Soortelijke warme 

Noteer in je schrift! 

Grootheid	afkorting	eenheid	afkorting
Warmte	Q	Joule	J
Soortelijke warmte	c	Joule/ (kilogram per graden celcius)	J/(kg x °C)
Massa	m	kilogram	kg
Temperatuurverschil		Graden Celcius	°C

Q=c⋅m⋅ΔT

ΔT

Temperatuur eenheden

De temperatuur kan ook in Kelvin (K) zijn ipv graden Ceclcius

Dan is de soortelijke warmte in J/ (kg x K) 

Aan het werk

Lezen 3.3 in stilte

Maken 3.3 opdrachten: 24, 26AB, 27, 28 & 29A