1E Ch2 révision A t/m H

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Ben je klaar voor het proefwerk?

Bekijk het stappenplan op blz. 97.

Welk woord hoort er niet bij?

1. la table
2. la carte
3. l'addition
4. le copain

Welk woord hoort er niet bij?

1. la salade
2. la pizza
3. le lait
4. les frites

minst positief

positief

meest positief

J'aime la glace.

J'adore le fromage.

Je déteste le café.

Welke zin is NIET goed?

1. Je mange l'eau.
2. Je déteste les crêpes.
3. Le restaurant est ouvert.
4. J'achète deux croissants.

Welk woord hoort er NIET bij?

1. la plage
2. la boulangerie
3. une baguette
4. deux croissants

3

13

23

30

trente

treize

trois

vingt-trois

Wat betekent "quatre-vingts" ?

1. 4
2. 24
3. 42
4. 80

Welk werkwoord is onregelmatig?

1. chercher
2. avoir
3. demander
4. adorer

Wat betekent "tu" ?

1. ik
2. jij
3. wij
4. zij

Wat is NIET goed?

1. J'ai soif.
2. Tu a soif.
3. Nous avons soif.
4. Ils ont soif.

Hoe maak je de stam van een
regelmatig werkwoord?

1. hele werkwoord
2. hele werkwoord - R
3. hele werkwoord - ER

Wat is NIET goed?

1. Ils trouvent.
2. Vous regardez.
3. Elle demande.
4. Tu préparons.

Welke uitgang hoort er bij "vous" ?

1. + ENT
2. +ONS
3. +EZ
4. +ES

Welke uitgang hoort er bij "Esther"?

1. + ENT
2. +ONS
3. +E
4. +ES

Welke ontkennende zin is juist?

1. Je ne aime pas la soupe.
2. Elle ne habite pas à Weesp.
3. Je ne trouve pas le thé.
4. J' n'aime pas la viande.

Vertaal in het Frans:
Heeft u de kaart?

Vertaal in het Frans:
Dat is de supermarkt.

Vertaal in het Frans:
Ik wil graag een tas.

Vertaal in het Frans:
Vijf pannenkoeken alstublieft.

Maak ontkennend:
Je demande l'addition.

Maak ontkennend:
J'aime la plage.

Maak ontkennend:
C'est important.

traduis

combinez

remplis

réponds

vul in

vertaal

combineer

beantwoord

écris

lis

fais

mots

lees

woorden

schrijf

maak