D-toets Gram SGZ beknopte bijzin/foutieve beknopte bijzin ( foutieve samentrekking)

D-toets

(foutieve) beknopte bijzin / (foutieve) samentrekking /

zinsontleding

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

D-toets

(foutieve) beknopte bijzin / (foutieve) samentrekking /

zinsontleding

Slide 1 - Slide

Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open.
A
goed
B
fout

Slide 2 - Quiz

Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd.
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quiz

In kennelijke staat van dronkenschap verkerend, vond de agent hem in de goot.
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quiz

Na te zijn overleden op 1 januari, brachten wij onze opa naar zijn laatste rustplaats.
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

Op onze vakantie bestemming aangekomen, vielen de mussen van het dak.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quiz

Na fraude te hebben geconstateerd, werd de boekhouder direct ontslagen.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

Na betrapt te zijn, leverde de bewakingsdienst de winkeldieven aan de politie over.
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

Zonder te hoeven betalen voor de koffie, liet de eigenaar van het cafeetje de toeristen weggaan.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

Hoe noem je een onderwerp dat niet letterlijk in de zin staat?
A
beknopt onderwerp
B
dan heeft de zin geen onderwerp
C
dat bestaat niet
D
denkbeeldig onderwerp

Slide 10 - Quiz

Wat is de hoofdzin?

Omdat het bleef regenen, werd het kampioenschap afgelast.
A
omdat het bleef regenen
B
werd het kampioenschap afgelast
C
er zijn 2 bijzinnen
D
er zijn 2 hoofdzinnen

Slide 11 - Quiz

Wat is de bijzin?

Wie doorrijdt, geeft hij een waarschuwing.
A
Wie doorrijdt
B
geeft hij een waarschuwing
C
er zijn 2 bijzinnen
D
er zijn 2 hoofdzinnen

Slide 12 - Quiz

Liggend op zijn badmat las Achmed zijn dagblad.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz

Kan een persoonsvorm ontbreken in een beknopte bijzin?
A
ja, dat moet zelfs in een beknopte bijzin
B
nee, dan klopt de zin niet meer
C
ja, dat mag ook in hoofdzinnen

Slide 14 - Quiz

In Berlijn aangekomen werd het weer steeds beter.
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quiz

Samentrekking

Slide 16 - Slide

Zij wordt onderwijzeres en in Nijmegen opgeleid.
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quiz

Streekromans interesseren me niet en lees ik dus niet.
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quiz

De hond werd voortdurend gepest en werd tenslotte ziek.
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quiz

Ze heeft haar vriendin opgebeld en gefeliciteerd met haar verjaardag.
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

Die dozen worden morgen opgehaald en naar de stort gebracht.
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quiz

Ik liet de honden uit en mijn sleutels vallen.
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quiz

Wanneer is het een foutieve samentrekking?
A
als de betekenis hetzelfde is
B
als de grammaticale functie hetzelfde is
C
geen van beide

Slide 23 - Quiz

De delen die hetzelfde zijn in de tweede zin mag je weglaten, als:
A
de betekenis hetzelfde is
B
de vorm hetzelfde is (enkelvoud/meervoud)
C
het onderwerp hetzelfde is

Slide 24 - Quiz

Hoe herken je een hoofdzin?
A
Je kunt een woordje tussen onderwerp en lijdend vw zetten
B
Je kunt een woordje tussen onderwerp en persoonsvorm zetten
C
Je kunt geen woordje tussen onderwerp en pv zetten.

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Link