KWC V3 Herhalen grammatica V3 en start Debat (21-5-2024)

Welkom v3a
                      Lesprogramma 21-5-2024
- lezen (leesboek uit op maandag 10 juni!)
- herhalen/nakijken 2 en 5 en oefenen met         grammatica 6
- herhalen spellingregels (incl. Engelse wwn)
- keuzemogelijkheden
-afsluiting les en opgeven huiswerk
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Welkom v3a
                      Lesprogramma 21-5-2024
- lezen (leesboek uit op maandag 10 juni!)
- herhalen/nakijken 2 en 5 en oefenen met         grammatica 6
- herhalen spellingregels (incl. Engelse wwn)
- keuzemogelijkheden
-afsluiting les en opgeven huiswerk

Slide 1 - Slide

LEZEN
Eerste 10 minuten lezen.

Slide 2 - Slide

Wat is een beknopte bijzin?
A
Zin met persoonsvorm en zonder onderwerp
B
Zin met persoonsvorm en onderwerp
C
Zin zonder persoonsvorm en met onderwerp
D
Zin zonder persoonsvorm en onderwerp

Slide 3 - Quiz

Wanneer is een beknopte bijzin foutief?
A
Als er geen persoonsvorm instaat
B
Als er geen onderwerp instaat
C
Als het weggelaten onderwerp niet hetzelfde is als het onderwerp van de hele zin
D
Als er een onvoltooid deelwoord en een infinitief instaat

Slide 4 - Quiz

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Na gesport te hebben, bleek de douche bezet.
A
Foutief
B
Goed

Slide 5 - Quiz

Verbeter de foutieve beknopte bijzin

Na gesport te hebben, bleek de douche bezet.
A
Na het sporten bleek de douche bezet.
B
Nadat wij gesport hadden, bleek de douche bezet.
C
De douche bleek bezet, na gesport te hebben.
D
De douche was na het sporten bezet.

Slide 6 - Quiz

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Eindelijk thuisgekomen, ging hij meteen naar bed.
A
Foutief
B
Goed

Slide 7 - Quiz

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?
Lopend naar de overkant, reed de auto hem bijna aan.


A
Foutief
B
Goed

Slide 8 - Quiz

Welke verbetering van de foutieve beknopte bijzin is niet goed
Lopend naar de overkant, reed de auto hem bijna aan.


A
De auto reed hem bijna aan, terwijl hij naar de overkant liep.
B
Terwijl hij naar de overkant liep, werd hij door de auto aangereden.
C
Toen hij naar de overkant liep, werd hij bijna aangereden door de auto.
D
Lopend naar de overkant, heeft de auto hem bijna aangereden.

Slide 9 - Quiz

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.
A
Foutief
B
Goed

Slide 10 - Quiz

Verbeter de foutieve beknopte bijzin; welke is/zijn goed?

Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.
A
Nadat wij koffie hadden gedronken, reed de bus verder.
B
De bus reed verder, na koffie gedronken te hebben.
C
Toen hij koffie had gedronken, reed de bus verder.
D
De bus reed verder, nadat wij koffie hadden gedronken.

Slide 11 - Quiz

Ik weet alles van de beknopte bijzin
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Bij een samentrekking ...
A
worden woorden weggelaten als ze op een andere plek staan t.o.v. pv.
B
worden o en pv weggelaten.
C
worden bijzinnen korter weergegeven.
D
worden woorddelen, woorden of zinsdelen weggelaten.

Slide 13 - Quiz

Een foutieve samentrekking komt voor...
A
wanneer weggelaten woord/woordgroep dezelfde grammaticale functie heeft.
B
wanneer weggelaten woord/ woordgroep een andere grammaticale functie heeft.
C
wanneer weggelaten woord/woordgroep dezelfde betekenis heeft.
D
wanneer weggelaten woord/woordgroep op dezelfde plek staat t.o.v. pv.

Slide 14 - Quiz

Foutieve samentrekking of niet?

Streekromans interesseren me niet en lees ik dus niet.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 15 - Quiz

Welke verbeterde foutieve samentrekking is niet goed?
Streekromans interesseren me niet en lees ik dus niet.
A
Streekromans interesseren mij niet en die lees ik dus niet.
B
Ik vind streekromans niet interessant en lees die dus niet.
C
Streekromans interesseren me niet en ik lees die dus niet.
D
Streekromans interesseren mij niet en zal ik dus ook niet lezen.

Slide 16 - Quiz

Wat is geen samentrekking?
A
huis- tuin- en keukenspullen
B
blauwe en groene schoenen
C
hotel-restaurant
D
kook- en bakboeken

Slide 17 - Quiz

Foutieve samentrekking of niet?
Hij geeft zijn dochter een dropje en zijn zoon een lolly.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 18 - Quiz

Foutieve samentrekking of niet?
Ik heb een fiets gekregen en uitgeprobeerd op mijn verjaardag.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 19 - Quiz

Foutieve samentrekking door:

Mireille heeft haar vriendin gefeliciteerd en ook een cadeau gegeven.
A
grammaticale functie
B
getal
C
betekenis
D
positie t.o.v. de pv

Slide 20 - Quiz

Foutieve samentrekking of niet?
Zij wordt geaccepteerd en arts.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking:

Slide 21 - Quiz

Ik weet alles van de samentrekking
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Spelling
diagnostische toets

Slide 23 - Slide

Kies
1- lezen theorie p. 116 en maken opdr. 1, 2 en 4 p. 117
2- oefenen werkwoordspelling
3- oefenen grammatica p. 160 aangepaste opdr. 3: 
Wat is de hoofdzin en wat is de bijzin in de zinnen b,c,f,g,i,j?

Slide 24 - Slide

AFSLUITING
DOEL BEREIKT? 
Beknopte bijzin en samentrekking zijn duidelijk!
Huiswerk ma 27-5-24:
lr Grammatica 3, 4 en 6 (p. 146 m.u.v. vzv, 150, 158 en 159)
lz. p. 116
mk 1, 2 en 4 p. 117
leesboek meenemen



FIJNE DAG!

Slide 25 - Slide