3A - H3 en H4 argumentatie

Nederlands
Argumenteren
Klas 3
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Nederlands
Argumenteren
Klas 3

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Ik herken standpunten en argumenten en ik kan de argumentatiestructuur benoemen.

Slide 2 - Slide

Programma tot aan toetsweek
Week 23 > H3 Argumenteren
Week 24 > H4 Tegenargumenten en weerleggingen
Week 25 > H5 Functiewoorden (1)
Week 26 > H6 Functiewoorden (2)
Week 27 > Herhaling H1 en H1 

Slide 3 - Slide

Lezen Par 3 en Par 4
Argumenteren

Slide 4 - Slide

Wat is het argument?
De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen; daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.
A
De meeste ... horen;
B
daarom ... Songfestival.

Slide 5 - Quiz

Objectief of subjectief argument?
De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen; daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.
A
objectief argument
B
subjectief argument

Slide 6 - Quiz

Wat is het standpunt?
Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.
A
Je moet ... uitgaat,
B
want de ... boven nul.

Slide 7 - Quiz

Feitelijk of waarderend argument?
Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.
A
objectief argument
B
subjectief argument

Slide 8 - Quiz

Wat is het argument?
De militaire dienstplicht moet in Nederland opnieuw ingevoerd worden. Dat zal jongeren discipline en gehoorzaamheid bijbrengen.
A
De militaire ... worden.
B
Dat zal ... bijbrengen.

Slide 9 - Quiz

Wat is het standpunt?
Omdat de overheid veel geld kwijt is aan zorgkosten, moet roken helemaal verboden worden.
A
de overheid ... zorgkosten
B
roken ... verboden worden

Slide 10 - Quiz

Argumentatiestructuren
  • Enkelvoudige argumentatie                  
  • Onderschikkende argumentatie
  • Nevenschikkende argumentatie       

Slide 11 - Slide

Enkelvoudig
Standpunt
Argument

Slide 12 - Slide

Onderschikkend
Standpunt
Argument
Ondersteunend argument
want

Slide 13 - Slide

Nevenschikkend
Standpunt
Argument
Argument
Argument
en
en
want

Slide 14 - Slide

Enkelvoudige, onderschikkende of nevenschikkende argumentatie?
Zij is de juiste persoon voor die baan, want zij heeft ruime ervaring in de branche en zij voldoet aan alle opleidingseisen.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend

Slide 15 - Quiz

Enkelvoudige, onderschikkende of nevenschikkende argumentatie?
Dat was geen leuk festival. De hoofdact kwam niet opdagen. De bandleden hadden hun vliegtuig gemist.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend

Slide 16 - Quiz

Liggend naar een liveconcert luisteren is echt anders dan wanneer je op een stoel zit. Je bent meer ontspannen en met je ogen dicht kun je beter luisteren, want je wordt nergens door afgeleid.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
Met je ogen dicht kun je beter luisteren.
Je bent meer ontspannen.
Liggend naar een liveconcert luisteren is echt anders dan wanneer je op een stoel zit.
Je wordt nergens door afgeleid.

Slide 17 - Drag question

De tijd na je eindexamen is het mooist, want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren: op kamers wonen, de opleiding van je dromen volgen en veel nieuwe mensen ontmoeten.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
veel nieuwe mensen ontmoeten.
De tijd na je eindexamen is het mooist,
op kamers wonen,
de opleiding van je dromen volgen
want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren:

Slide 18 - Drag question

Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten. Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie en als je je camera aan hebt, let je beter op. Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten.
Als je je camera aan hebt, let je beter op.
Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie.

Slide 19 - Drag question

Lezen HS 4
Verschil tussen tegenargument en weerlegging

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Ik doe liever geen eindexamen, want als ik slaag moet ik naar een andere school.
> Het is juist leuk om eindexamen te doen, want een nieuwe opleiding is interessant!
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 22 - Quiz

We gaan nooit meer op tijd komen, want er staat een file van Gouda tot Utrecht.
> Misschien is die file wel opgelost tegen de tijd dat je bij Gouda bent.
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 23 - Quiz

Aan de slag!
Meer dan Lezen H4
Lees de theorie op pagina 25
Maak opgave 2 en 3 van Argumentatie 

Slide 24 - Slide

Tot zover voor vandaag.

Als ik terugkijk op deze les; dan geef ik mezelf voor de beheersing van dit onderdeel een: (0-10) én geef aan wat je nog moeilijk vindt

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide