blok 6 formuleren lijdende vorm

blok 6 formuleren 
Lijdende vorm
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

blok 6 formuleren 
Lijdende vorm

Slide 1 - Slide

Even herhalen
Congruentie en foutieve inversie

Slide 2 - Slide

Wat is congruentie?
A
Het getal van de pv en het ow komen overeen
B
Het getal van de pv en het ow komen niet overeen

Slide 3 - Quiz

Is hier sprake van congruentie of incongruentie:

Een aantal mensen komt altijd te laat.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 4 - Quiz

De harde werkers wordt niks gevraagd!
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quiz

De samenwerkingen tussen agenten, brandweerlieden en verpleegkundigen bleken voor verbetering vatbaar.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

De stadia van karamel is/zijn te bepalen.
A
is
B
zijn

Slide 7 - Quiz

Inversie is?
A
ow staat vóór de pv
B
ow staat achter de pv
C
ow staat alleen in de zin.
D
pv doet er niet toe.

Slide 8 - Quiz

Is in de volgende vraag sprake van inversie?

Mijn vriendin zal ik na de vakantie weer zien.
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Verschil bedrijvend/lijdend
Bedrijvend
De dierentuin houdt een prachtige verzameling dieren in stand.

Lijdend:
Door de dierentuin wordt een prachtige collectie dieren in stand gehouden. 
gramm. ow voert handeling uit
gramm. ow voert handeling niet uit

Slide 11 - Slide

Kies de bedrijvende vorm
Zinnen in de lijdende vorm zijn minder direct (omslachtiger) dan zinnen in de bedrijvende vorm; daarom heeft de bedrijvende vorm vaak de voorkeur. 

Je herkent zinnen in de lijdende vorm aan het woord ‘door’, dat aangeeft wie de handeling verricht (maar dat is dus niet het onderwerp van de zin).

Slide 12 - Slide


A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 13 - Quiz


A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 14 - Quiz


A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 15 - Quiz


A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 16 - Quiz


A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 17 - Quiz

Even oefenen. Sleep de zinnen naar het juiste hokje. Is de zin bedrijvend of lijdend?
Bedrijvend
Lijdend
Hij zal waarschijnlijk de iPhone kopen.
De auto is door de man gekocht.
Mijn dochter zoekt een kamer in Utrecht.
Je moet hem niet zo plagen.
De menigte werd door de politie verspreid.
Hij zou dat zelf gedaan hebben.
De kamer was door de brand zwartgeblakerd.

Slide 18 - Drag question

Omzetten bedrijvend ->lijdend
  • Het lijdend voorwerp wordt onderwerp.
  • Het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die begint met door.
  • In het gezegde komt een vorm van het hulpwerkwoord worden of zijn te staan.

Bijvoorbeeld:
Bedrijvende vorm: De man heeft de computer gekocht. (v.t.t.)
Lijdende vorm: De computer is door de man gekocht. (v.t.t.)

Slide 19 - Slide

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend
Mijn moeder prijst mijn oom uitbundig.

Slide 20 - Open question

Omzetten lijdend->bedrijvend
  • De door-bepaling wordt het onderwerp.
  • Het onderwerp wordt LV.
  • Haal uit het gezegde de vorm van 'worden' weg.


Slide 21 - Slide

Zet in de bedrijvende vorm:
Het portet wordt door mijn tante geschilderd.

Slide 22 - Open question

Aan de slag!
Blok 6 Formuleren deel 2: opdracht 8 (blz. 392-393)


Klaar? Boek lezen

Slide 23 - Slide