13-3 A2

Welkom bij de les Nederlands!
  • Telefoons in de tas
  • Pak je spullen erbij
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij de les Nederlands!
  • Telefoons in de tas
  • Pak je spullen erbij

Slide 1 - Slide

Planning
  • Uitleg bedrijvende & lijdende vorm: hoofdstuk 3 grammatica
  • Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Doel

Na deze uitleg:

  • Weet je wat de bedrijvende en lijdende vorm is;
  • Kun je een zin omzetten van bedrijvende naar lijdende vorm en andersom. 

Slide 3 - Slide

BEDRIJVENDE EN LIJDENDE



Slide 4 - Slide

Maak van de volgende zin een zin waardoor het lijdend voorwerp het onderwerp wordt:


De knappe meid kust de jongen.

Slide 5 - Slide

De jongen slaat het meisje.


Het meisje wordt door de jongen geslagen.


Wat is het verschil tussen deze zinnen?

Slide 6 - Slide

Jara laat de hond uit.

Onderwerp = Jara


Jara doet iets-> ze laat de hond uit. (Onderwerp is actief.)


Als het ONDERWERP de handeling verricht noem je de zin BEDRIJVEND of ACTIEF.

Slide 7 - Slide

De hond wordt door Jara uitgelaten.

Onderwerp = de hond


De hond 'wordt' iets-> uitgelaten. (Onderwerp is passief.)


Het onderwerp ondergaat de handeling (het uitlaten). Als het ONDERWERP de handeling ondergaat, noemen we de zin LIJDEND of PASSIEF.

Slide 8 - Slide

Omzetten bedrijvend ->lijdend
  • Het lijdend voorwerp wordt onderwerp.
  • Het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die begint met door.
  • In het gezegde komt een vorm van het hulpwerkwoord worden te staan.

Slide 9 - Slide

Let op!

De tijd van de zin moet hetzelfde blijven!

Als een bedrijvende zin in de onvoltooide tijd staat, moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord worden gebruiken.

  • Jip schopt de bal. (o.t.t.) --> De bal wordt door Jip geschopt.
  • Jip schopte de bal. (o.v.t.)--> De bal werd door Jip geschopt.


Als je een bedrijvende zin in de voltooide  tijd omzet in een lijdende zin, moet je het hulpwerkwoord zijn gebruiken.

  • Jip heeft tegen de bal geschopt.  (v.t.t)--> De bal is door Jip geschopt.
  • Jip had tegen de bal geschopt. (v.v.t.) --> De bal was door Jip geschopt.




Slide 10 - Slide

oefenen...

De man heeft de computer gekocht. (v.t.t.)



Slide 11 - Slide


De computer is door de man gekocht. (v.t.t.)

Slide 12 - Slide

De man zal de computer kopen. (o.t.t.t.)


De man zou de computer gekocht hebben. (v.v.t.t.)

Slide 13 - Slide

De computer zal door de man gekocht worden. (o.t.t.t.)


De computer zou door de man gekocht zijn. (v.v.t.t.)

Slide 14 - Slide

Omzetten lijdend->bedrijvend
  • De doorbepaling wordt het onderwerp.
  • Het onderwerp wordt LV.
  • Haal uit het gezegde de vorm van 'worden' weg.


Lijdend --> Het glas wordt door de man geheven.

Bedrijvend --> De man heft het glas.



Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Doel

Na deze uitleg:

  • Weet je wat de bedrijvende en lijdende vorm is;
  • Kun je een zin omzetten van bedrijvende naar lijdende vorm en andersom. 

Slide 17 - Slide

Aan de slag!
  • Grammatica: H3 opdr. 1 t/m 7


  • Leesvaardigheid: Afronden opdrachten & nakijken + maken ‘voorbereiding toets’


  • Spelling: werken aan H4


Slide 18 - Slide

Afsluiting les

Wat heb je geleerd tijdens deze les?


Wat vind je nog lastig?

Slide 19 - Slide