Als je zelf iemand gaat bellen, moet je op de volgende dingen letten:
- Zeg je naam. Je kunt je voornaam en achternaam noemen.
- Als je niet hebt verstaan met wie je spreekt, vraag je nog een keer met wie je spreekt.
Vertel waarvoor je belt
Hang niet zomaar op zonder iets te zeggen, maar sluit het gesprek af door te groeten. Bijvoorbeeld: Prima, dank u wel mevrouw / meneer. Nog een fijne dag.
- Noteer afspraken in je agenda.