Hoofdstuk 5, t/m opdracht 4

Nederlands

Vorige les

Weet je nog wat we de vorige les hebben gedaan? 

Geef een voorbeeld van een situatie tijdens je werk, stage of school waarin je een gesprek hebt gevoerd.
Schrijf op waar dit gesprek over ging en of het gesprek goed of slecht verliep.
Leg uit hoe jij je voelde tijdens dit gesprek.

studiemeter.uitgeverij-deviant.nl

Welke bewering past bij het begin van het gesprek tussen Arie en de receptioniste?

1. De receptioniste ziet er onverzorgd en rommelig uit.
2. De receptioniste is heel gastvrij en vriendelijk.
3. De receptioniste vraagt meteen aan Arie of ze hem kan helpen.
4. De receptioniste is vooral met zichzelf bezig en niet met Arie.

Met wie heeft Arie een afspraak?

Met meneer Smith, de directeur van Startbaan.

Wat is het gespreksdoel van Arie?

1. Informatie krijgen.
2. Informatie geven.
3. Een mening vormen.

Wat is het gespreksdoel van de receptioniste?

1. Informatie krijgen.
2. Informatie geven.
3. Een mening vormen.

Wat vind je van de manier waarop de receptioniste zich tegenover Arie gedraagt?

Hoe reageert Arie als de receptioniste uitgebreid gaat bellen met haar moeder?

Geïrriteerd en bozig.

De receptioniste vraagt door als ze iets niet begrijpt.

1. Ja
2. Nee

De receptioniste laat Arie uitspreken.

1. Ja
2. Nee

De receptioniste is beleefd.

1. Ja
2. Nee

De receptioniste laat merken dat ze luistert en denkt aan haar
lichaamshouding.

1. Ja
2. Nee

De receptioniste vraagt om hulp als ergens niet uitkomt.

1. Ja
2. Nee