Pers. voornaamwoorden - TC thema 1 uitleg

Persoonlijk voornaamwoorden
Ik - jij - hij - zij - wij - jullie- zij 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Persoonlijk voornaamwoorden
Ik - jij - hij - zij - wij - jullie- zij 

Slide 1 - Slide

Ik heet Rosa
Rosa
ik

Slide 2 - Slide

ik
Jij zit in de klas.
jij

Slide 3 - Slide

Saïd
Saïd is mijn broer.
Hij is mijn broer.
Saïd loopt naar de supermarkt. 
Hij loopt naar de supermarkt.
ik
hij
jij

Slide 4 - Slide

Rosa + Lisa
Lisa is mijn zus.
Zij is mijn zus.
Lisa zit op de grond.
Zij zit op de grond.
ik
hij
zij
jij

Slide 5 - Slide

Rosa + Lisa
Ik ben Rosa. 
Lisa is mijn zus. 
Rosa en Lisa zitten op de grond
Wij zitten op de grond 
ik
hij
zij
wij
jij

Slide 6 - Slide

Jij + jij + jij maken deze les.
Jullie maken deze les. 
ik
hij
zij
wij
jullie
jij

Slide 7 - Slide

Papa en mama staan daar.
Zij staan daar. 
ik
hij
zij
wij
jullie
jij
zij

Slide 8 - Slide

Lees het verhaal

Slide 9 - Slide

Mijn naam is Rosa,
Rosa is 15 jaar.
Rosa woont in Dalfsen.
Daar woont Rosa in een huis.
Rosa heeft één zus.
Mijn zus heet Lisa.
Lisa en Rosa houden van kletsen.
Lisa en Rosa houden ook muziek luisteren.

Slide 10 - Slide

Schrijf nu niet meer de namen. 
Schrijf nu de persoonlijk voornaamwoorden.

Slide 11 - Slide

Mijn naam is Rosa,
............ ben 15 jaar.
.............. woon in Dalfsen.
Daar woon ............... in een huis.
............. heb één zus.
Mijn zus heet Lisa.
.................... houden van kletsen.
.................... houden ook muziek luisteren.

Slide 12 - Slide

Dit is mijn broer Saïd,
Saïd is 17 jaar.
Saïd gaat naar de supermarkt.
Daar koopt Saïd chips.
Saïd houdt veel van chips.
Rosa houdt niet van chips.
Mijn zus ook niet.
Lisa en Rosa eten liever chocolade.

Slide 13 - Slide

Dit is mijn broer Saïd,
............. is 17 jaar.
................ gaat naar de supermarkt.
Daar koopt ..................... chips.
...................... houdt veel van chips.
...................... houd niet van chips.
Mijn zus ook niet.
.................................... eten liever chocolade.

Slide 14 - Slide

Ik ben Rosa. Ik woon met Saïd en Lisa in één huis.
A
Wij wonen in één huis.
B
Hij woont in één huis.
C
Zij wonen in één huis.
D
Jullie wonen in één huis.

Slide 15 - Quiz

Ik ben Rosa. Saïd is mijn broer.
A
Zij is mijn broer.
B
Wij zijn mijn broers.
C
Hij is mijn broer.
D
Jij bent mijn broer.

Slide 16 - Quiz

Maak zelf een zin

Slide 17 - Slide

Wij.......

Slide 18 - Open question

Hij.......

Slide 19 - Open question

Jullie.......

Slide 20 - Open question

Ik.......

Slide 21 - Open question

Jij.......

Slide 22 - Open question