Voorburg

Les 1
zich voorstellen
nieuwe vocabulaire
huis - kaartjes op voorwerpen plakken


Les 1

- zich voorstellen
- begroeten
- alfabet
- woonkamer woorden leren en opschrijven op kaartjes en opplakken
- nieuwe vocabulaire
- adres
- nationaliteiten
- spellen
- afscheid nemen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 1
zich voorstellen
nieuwe vocabulaire
huis - kaartjes op voorwerpen plakken


Les 1

- zich voorstellen
- begroeten
- alfabet
- woonkamer woorden leren en opschrijven op kaartjes en opplakken
- nieuwe vocabulaire
- adres
- nationaliteiten
- spellen
- afscheid nemen

Slide 1 - Slide

Samen lezen 1.1 blz. 21

welke vragen?

- Wie ben jij?
- Wat is jouw naam?
- Wat is je voornaam?
- Wat is je achternaam?
- Wat is je adres?
- Waar woon je?
- Waar kom je vandaan?



Slide 2 - Slide

zijn = to be  onregelmatige werkwoorden blz. 281

ik ben                             
jij/je/u bent
hij/zij/ze/ het is 
wij/we zijn
jullie zijn 
zij/ ze zijn  



Slide 3 - Slide

hebben = to have onregelmatige werkwoorden blz.281

ik heb
jij/je/ hebt
u hebt/ heeft
wij/ we hebben 
jullie hebben
zij/ze hebben

Slide 4 - Slide

hebben of zijn

1 Ik ......................... jullie docent.
2 Ik ........................ een nieuwe fiets.
3 Ik ........................ op vakantie geweest.
4 Ik ........................ een kaartje de bioscoop.
5 Ik ....................... te laat.
6 Ik ....................... een cadeautje voor jou.
7 Ik ....................... een wedstrijd.
8 Ik ...................... een man.

Slide 5 - Slide

woonkamer

Slide 6 - Mind map

Persoonlijk voornaamwoorden
Ik - jij - hij - zij - wij - jullie- zij 

Slide 7 - Slide

Ik heet Rosa
Rosa
ik

Slide 8 - Slide

ik
Jij zit in de klas.
jij

Slide 9 - Slide

Saïd
Saïd is mijn broer.
Hij is mijn broer.
Saïd loopt naar de supermarkt. 
Hij loopt naar de supermarkt.
ik
hij
jij

Slide 10 - Slide

Rosa + Lisa
Lisa is mijn zus.
Zij is mijn zus.
Lisa zit op de grond.
Zij zit op de grond.
ik
hij
zij
jij

Slide 11 - Slide

Rosa + Lisa
Ik ben Rosa. 
Lisa is mijn zus. 
Rosa en Lisa zitten op de grond
Wij zitten op de grond 
ik
hij
zij
wij
jij

Slide 12 - Slide

Jij + jij + jij maken deze les.
Jullie maken deze les. 
ik
hij
zij
wij
jullie
jij

Slide 13 - Slide

Papa en mama staan daar.
Zij staan daar. 
ik
hij
zij
wij
jullie
jij
zij

Slide 14 - Slide

Alfabet.

Luister naar het alfabet.


Spel je eigen naam.

Welke naam spel ik?

Slide 15 - Slide

Maak opdracht 2 persoonlijke voornaamwoorden blz. 24

Slide 16 - Slide

Getallen 0 t/m 100

Wat is je telefoonnummer?
0612345678

Wat is je postcode?
3456BR

Slide 17 - Slide

Hoe begroet je iemand?




Hoe neem je afscheid van iemand?












Slide 18 - Slide


Huiswerk:
Interview een Nederlandse vriend:
Stel 5 vragen kies uit:

1 wie ben jij?
2 Wat is jouw naam? Hoe heet jij?
3 Wat is jouw voornaam?
4 Wat is jouw adres?
5 Waar woon je?
6 Uit welk land kom je?
7 Waar kom je vandaan?

Nieuwe woorden leren van de kaartjes
Lezen tekst 2 blz. 33
Lees de woordenlijst blz. 33 en 34
Maak opdracht 1

Slide 19 - Slide

Koningsdag 27 april 2023

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide