Weg wijzen groep A2B1

De gebiedende wijs
Loop naar de deur!
Pak je pen!
Doe je schrift open!

  • Werkwoord vooraan in de zin.
  • Werkwoord in de ik-vorm
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

De gebiedende wijs
Loop naar de deur!
Pak je pen!
Doe je schrift open!

  • Werkwoord vooraan in de zin.
  • Werkwoord in de ik-vorm

Slide 1 - Slide

Maak een zin in de gebiedende wijs:
Het kind moet wakker worden.

Slide 2 - Open question

Maak een zin in de gebiedende wijs:
De kok moet de ingrediënten goed door elkaar mixen.

Slide 3 - Open question

Maak een zin in de gebiedende wijs:
De studenten moeten goed opletten tijdens de les.

Slide 4 - Open question

Maak een zin in de gebiedende wijs:
De moeder moet van de koekjes afblijven.

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

einde van de straat of de T-splitsing

Slide 7 - Slide

1ste straat rechts

Slide 8 - Slide

2de straat rechts

Slide 9 - Slide

1ste straat links

Slide 10 - Slide

2de straat links

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Rij door tot aan de stoplichten.
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Sla rechtsaf bij het kruispunt
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Neem bij de rotonde de 2e afslag.
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

Neem de 1e straat links

Slide 16 - Poll

Neem de 2e straat rechts

Slide 17 - Poll

Neem de 2e straat links

Slide 18 - Poll

Ga aan de 1e straat rechtsaf

Slide 19 - Poll

Luister goed.
Hierna krijg je een vraag.

Slide 20 - Slide

Emma parkeert haar auto op de parking aan de Hagelstraat. Ze gaat naar de winkel. Welke winkel?
A
Emma gaat naar de Hema.
B
Emma gaat naar de Xenos.
C
Emma gaat naar de Albert Heijn.
D
Emma gaat naar de Lidl.

Slide 21 - Quiz

Tom gaat naar Zwolle voor zijn werk. Waar parkeert hij zijn auto?
A
Op de Eekwal
B
Op de Pannekoekendijk
C
Op de Blijmarkt
D
Hij parkeert niet. Hij neemt de trein.

Slide 22 - Quiz

Tamara speelt met haar kinderen in het park Eekhout. Daarna gaan ze pannenkoeken eten. Waar?
A
In de Kamperstraat
B
In de Kalverstraat
C
Op de Ossenmarkt
D
In de Voorstraat

Slide 23 - Quiz

Vul de woorden in, op de juiste plek.
A: Meneer, ..... ik u iets vragen?
B: Ja, .....
A: Weet u ...... de apotheek is?
B: Ja, dan moet u hier ...... , de ....... links en dan is het aan uw ........
A: Ah, ..........
B: Graag .........
A: ....... dag!
B: Fijne .......!

dag, gedaan, waar, Mag, tweede, Fijne, rechterhand, natuurlijk, rechtdoor

Slide 24 - Slide