Weg wijzen groep A0A1A2

de weg vragen en uitleggen
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

de weg vragen en uitleggen

Slide 1 - Slide


A
de bakker
B
de snackbar
C
de bibliotheek
D
de slager

Slide 2 - Quiz


A
de bakkerij
B
de snackbar
C
de bibliotheek
D
de slagerij

Slide 3 - Quiz


Waar koopt Mohammed zijn tandpasta?
A
bij de slager
B
bij de bibliotheek
C
bij de huisarts
D
bij de drogist

Slide 4 - Quiz


A
de slagerij
B
de bakkerij
C
de markt
D
de snackbar

Slide 5 - Quiz


A
het café
B
de markt
C
de bibliotheek
D
het restaurant

Slide 6 - Quiz

Waar koop ik mijn brood?

Slide 7 - Open question

Waar stopt de bus?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

rechtdoor

Slide 12 - Slide

naar links

Slide 13 - Slide

naar rechts

Slide 14 - Slide

het zebrapad

Slide 15 - Slide

De rotonde

Slide 16 - Slide

de bushalte

Slide 17 - Slide

de stoplichten (verkeerslichten)

Slide 18 - Slide

einde van de straat / de T-splitsing

Slide 19 - Slide

1ste straat rechts

Slide 20 - Slide

2de straat rechts

Slide 21 - Slide

1ste straat links

Slide 22 - Slide

2de straat links

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Drag question

naar links

Slide 26 - Poll

naar rechts

Slide 27 - Poll

Rij door tot aan de stoplichten.
A
B
C
D

Slide 28 - Quiz

Sla rechtsaf bij het kruispunt
A
B
C
D

Slide 29 - Quiz

Neem bij de rotonde de 2e afslag.
A
B
C
D

Slide 30 - Quiz

Neem de 1e straat links

Slide 31 - Poll

Neem de 2e straat rechts

Slide 32 - Poll

Neem de 2e straat links

Slide 33 - Poll

Ga aan de 1e straat rechtsaf

Slide 34 - Poll


Neem de eerste straat links
A
B
C
D

Slide 35 - Quiz


Neem de tweede straat rechts
A
B
C
D

Slide 36 - Quiz


Neem de eerste straat rechts
A
B
C
D

Slide 37 - Quiz


Sla linksaf bij de tweede straat
A
B
C
D

Slide 38 - Quiz

A: Meneer, mag ik u iets vragen?
B: Ja, natuurlijk
A: Weet u waar de apotheek is?
B: Ja, dan moet u hier rechtdoor, de tweede links en dan is het aan uw rechterhand.
A: Ah, dank u wel.
B: Graag gedaan.
A: Fijne dag!
B: Fijne dag!

Slide 39 - Slide

Vul de woorden in, op de juiste plek.
A: Meneer, ..... ik u iets vragen?
B: Ja, .....
A: Weet u ...... de apotheek is?
B: Ja, dan moet u hier ...... , de ....... links en dan is het aan uw ........
A: Ah, ..........
B: Graag .........
A: ....... dag!
B: Fijne .......!

dag, gedaan, waar, Mag, tweede, Fijne, rechterhand, natuurlijk, rechtdoor

Slide 40 - Slide

De weg vragen en de weg wijzen.
In tweetallen.
Je krijgt een plattegrond en vragen. De een vraagt de weg en de ander wijst de weg. Kijk goed op de plattegrond. 
Klaar? De rollen omdraaien.

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide