DISK thema 3 wonen, de weg wijzen (wk 10, les 1)

de weg vragen en uitleggen
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

de weg vragen en uitleggen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

rechtdoor

Slide 5 - Slide

naar links

Slide 6 - Slide

naar rechts

Slide 7 - Slide

het zebrapad

Slide 8 - Slide

De rotonde

Slide 9 - Slide

de bushalte

Slide 10 - Slide

de lichten (verkeerslichten)

Slide 11 - Slide

einde van de straat of de T-splitsing

Slide 12 - Slide

1ste straat rechts

Slide 13 - Slide

2de straat rechts

Slide 14 - Slide

1ste straat links

Slide 15 - Slide

2de straat links

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Drag question

naar links

Slide 19 - Poll

naar rechts

Slide 20 - Poll

Rij door tot aan de stoplichten.
A
B
C
D

Slide 21 - Quiz

Sla rechtsaf bij het kruispunt
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Neem bij de rotonde de 2e afslag.
A
B
C
D

Slide 24 - Quiz

Neem de 1e straat links

Slide 25 - Poll

Neem de 2e straat rechts

Slide 26 - Poll

Neem de 2e straat links

Slide 27 - Poll

Ga aan de 1e straat rechtsaf

Slide 28 - Poll


Neem de eerste straat links
A
B
C
D

Slide 29 - Quiz


Neem de tweede straat rechts
A
B
C
D

Slide 30 - Quiz


Neem de eerste straat rechts
A
B
C
D

Slide 31 - Quiz


Sla linksaf bij de tweede straat
A
B
C
D

Slide 32 - Quiz




Luisteroefening
Iemand de weg wijzen

(werkblad)

Slide 33 - Slide

Luister goed.
Hierna krijg je een vraag.
Luistertekst bij vraag 1

Slide 34 - Slide

Emma parkeert haar auto op de parking aan de Hagelstraat. Ze gaat naar de winkel. Welke winkel?
A
Emma gaat naar de Hema.
B
Emma gaat naar de Xenos.
C
Emma gaat naar de Albert Heijn.
D
Emma gaat naar de Lidl.

Slide 35 - Quiz

Mark gaat naar de dokter in het ziekenhuis "Wezenlanden". Daarna gaat hij naar de apotheek. In welke straat is de apotheek?
A
In de Bloemendalstraat
B
In de Goudsteeg
C
Op de Blijmarkt
D
In de Praubstraat

Slide 36 - Quiz

Jens vertrekt van de school Het Wonderwoud. Hij gaat met de fiets naar huis. Waar woont hij?
A
Op de Friesewal
B
Op de Thorbeckegracht
C
In de Van Mierevelstraat
D
In de Jan Tooropstraat

Slide 37 - Quiz

Tom gaat naar Utrecht voor zijn werk. Waar parkeert hij zijn auto?
A
Op de Eekwal
B
Op de Pannekoekendijk
C
Op de Blijmarkt
D
Hij parkeert niet. Hij neemt de trein.

Slide 38 - Quiz

Tamara speelt met haar kinderen in het park Eekhout. Daarna gaan ze pannenkoeken eten. Waar?
A
In de Kamperstraat
B
In de Kalverstraat
C
Op de Ossenmarkt
D
In de Voorstraat

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Video

Doe wat er gevraagd wordt.

Slide 41 - Slide

A: Meneer, mag ik u iets vragen?
B: Ja, natuurlijk
A: Weet u waar de apotheek is?
B: Ja, dan moet u hier rechtdoor, de tweede links en dan is het aan uw rechterhand.
A: Ah, dank u wel.
B: Graag gedaan.
A: Fijne dag!
B: Fijne dag!

Slide 42 - Slide

Vul de woorden in, op de juiste plek.
A: Meneer, ..... ik u iets vragen?
B: Ja, .....
A: Weet u ...... de apotheek is?
B: Ja, dan moet u hier ...... , de ....... links en dan is het aan uw ........
A: Ah, ..........
B: Graag .........
A: ....... dag!
B: Fijne .......!

dag, gedaan, waar, Mag, tweede, Fijne, rechterhand, natuurlijk, rechtdoor

Slide 43 - Slide

Rendictee

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

De weg vragen en de weg wijzen.
In tweetallen.
Je krijgt een plattegrond en kaartjes. De een vraagt de weg en de ander wijst de weg. Kijk goed op de plattegrond. Klaar? De rollen omdraaien.
timer
5:00

Slide 46 - Slide

Wat ging goed? Wat was moeilijk?

Slide 47 - Slide

Disk
We werken zelfstandig in Disk  thema Wonen.

Slide 48 - Slide

Party en Taal

  • Omschrijven = describe
  • Uitbeelden = act out
  • Tekenen = draw
  • Liplezen = lipsync


Slide 49 - Slide