Voorbereiding DT4.2

Voorbereiding DT4.2
Hierin vind je de belangrijkste begrippen die je moet kennen en moet kunnen toepassen in verschillende soorten vragen + oefenvragen inclusief antwoord die je kunt oefenen ter voorbereiding.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Voorbereiding DT4.2
Hierin vind je de belangrijkste begrippen die je moet kennen en moet kunnen toepassen in verschillende soorten vragen + oefenvragen inclusief antwoord die je kunt oefenen ter voorbereiding.

Slide 1 - Slide

Werkloosheid
De verschillende soorten werkloosheid kennen + de eigenschappen ervan dus: HOE ONTSTAAT DE WERKLOOSHEID!!

(vb = structurele werkloosheid, conjuncturele werkloosheid etc.)

Slide 2 - Slide

Kenmerken ondernemingsvormen
Je moet de verschillende ondernemingsvormen kennen + eigenschappen hiervan. 
Ondernemingsvormen zijn: BV - NV - VOF - Stichting - Eenmanszaak.
Eigenschappen: Wie is aansprakelijk bij schulden? Hoeveel eigenaren? Welke belasting moet een ondernemingsvorm betalen? Mag een stichting winst maken? Welke ondernemingsvorm keert dividend uit?

Slide 3 - Slide

Mag een stichting winst maken?

Slide 4 - Open question

Bij welk type ondernemingsvorm kunnen beleggers dividend ontvangen?

Slide 5 - Open question

Verzorgingsstaat
Je moet kunnen uitleggen wat een verzorgingsstaat is en hoe Nederland is ingericht.
Op bladzijde 150 van je boek staat een schematisch overzicht. Deze moet je kennen. 
Zie volgende pagina voor begrippen!

Slide 6 - Slide

Begrippen 
Sociale verzekeringen + hoe worden deze betaald + voorbeelden bij noemen.
Sociale voorzieningen + hoe worden deze betaald + voorbeelden bij noemen.
In feite overzicht op blz. 150 van je boek. 

Slide 7 - Slide

4 sectoren
Primaire sector
secundaire sector
tertiaire sector
quartaire sector
+ eigenschappen en beroepen die horen bij een sector

Slide 8 - Slide

Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
Vliegtuig-bouwer
Staalfabriek
Politie
Landbouw

Slide 9 - Drag question

nivellerend & denivellerend
Je moet van beide begrippen de betekenis weten + kunnen uitleggen welke overheidsmaatregel nivellerend of denivellerend werkt. 

Slide 10 - Slide

korte betekenis
nivellering: inkomensverschillen kleiner maken.

denivellering: inkomensverschillen worden groter.

Het gaat erom of een maatregel ervoor zorgt dat de inkomensverschillen groter of kleiner worden in een land.

Slide 11 - Slide

Waaruit bestaat loonheffing?

Slide 12 - Open question

Iemand verdient €5.500 bruto. Het nettoinkomen is €3.600. Hoeveel procent van het brutoinkomen is belasting?

Slide 13 - Open question

De prijs exclusief btw is €45. Het btw percentage is 21%. Hoeveel btw betaal je en wat wordt de consumentenprijs?

Slide 14 - Open question

Een fiets kost €799 inclusief 21 % btw. Hoeveel euro btw betaal je en wat is de prijs van de fiets exclusief btw?

Slide 15 - Open question

Krappe of ruime arbeidsmarkt
je moet de volgende begrippen kennen
-krappe arbeidsmarkt
-ruime arbeidsmarkt

Je moet kunnen uitleggen of deze 2 typen arbeidsmarkt gunstig of ongunstig zijn voor werknemers/werkgevers

Slide 16 - Slide

Gemeentelijke belastingen
Weten welke soorten belastingen gemeentelijke belastingen zijn. 

Maak dus onderscheid tussen landelijke belastingen die voor iedereen gelden. Gemeentelijke belastingen gelden dus alleen in de genoemde gemeente!

Slide 17 - Slide

Accijns
Weten dat dit een belasting is. Ook kunnen uitleggen waarom en op welke producten deze belasting geheven wordt. 

Slide 18 - Slide

Grenseffect
Weten wat dit is en wie dit veroorzaakt. Zie video op volgende dia

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Belasting betalen, maar hoeveel?
Je moet kunnen:
1- Belastbaar inkomen berekenen (hierbij horen in de berekening de WOZ en hypotheekrente...)
2- Berekenen hoeveel belasting je moet betalen met behulp van box 1.

Slide 21 - Slide

Belastbaar inkomen
Je moet het belastbaar inkomen kunnen berekenen. Om te oefenen maak je de opgaven van hoofdstuk 6.2. 

Antwoorden staan in Teams, we oefenen ook tijdens de les.

Slide 22 - Slide

Belasting berekenen
Je kunt met je belastbaar inkomen & het schijventarief in box 1 uitrekenen hoeveel belasting er betaald moet worden. Oefenopgaven staan in hoofdstuk 6.2 en we gaan deze ook nog oefenen tijdens de les.

Slide 23 - Slide

Progressief belastingtarief
Je weet wat dit is en kunt met behulp van box 1 uitleggen waarom we in Nederland een progressief belastingstelsel hebben. 

Slide 24 - Slide

Leg uit wat een progressief belastingtarief is

Slide 25 - Open question

Wat is het profijtbeginsel?

Slide 26 - Open question

Wat is het solidariteitsbeginsel?

Slide 27 - Open question

Wat is het draagkrachtbeginsel?

Slide 28 - Open question

Vergrijzing
Je weet wat dit is en wat het effect hiervan is op onze economie en op het sociale stelsel zoals we die in Nederland kennen. 

Slide 29 - Slide

Einde
Tijdens de lessen gaan we nog verder werken aan de leerstof en oefenen met opgaven.
Succes met leren! Als je vragen hebt hoor ik dat graad uiteraard.

Slide 30 - Slide