5A naar de Amazonen - genitivus

5A naar de Amazonen - genitivus
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

5A naar de Amazonen - genitivus

Slide 1 - Slide

Genitivus
ο-groep
ὁ δοῦλος
τοῦ δούλου
τὸν δοῦλον

οἱ δοῦλοι
τῶν δούλων
τοὺς δούλους


α/ή-groep
ἡ μάχη
τῆς μάχης
τὴν μάχην

αἱ μάχαι
τῶν μαχῶν
τὰς μάχας
ev
nom
gen
acc
mv
nom
gen
acc

ἡ χώρα
τῆς χώρας
τὴν χώραν

αἱ χῶραι
τῶν χωρῶν
τὰς χώρας 

Slide 2 - Slide

Functie genitivus
  • bezit
  • aanvulling bij bepaalde werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden (woordenlijst: + gen.)
  • na voorzetsels (woordenlijst: + gen.)

Slide 3 - Slide

Aan de slag!
Lees pagina 36
Begin met vertalen van tekst 5A

Slide 4 - Slide

Μεγάλη καὶ φοβερὰ ὕδρα φοβεῖ τοὺς ἀνθρώπους·
 
ἔχει γὰρ κεφαλὰς ἐννέα καὶ τὴν χώραν φθείρει.

 Ὁ δ' Ἡρακλῆς καὶ ὁ φίλος εὑρίσκουσι τὸ δεινὸν θηρίον.
 
Πρῶτον μὲν ὁ Ἡρακλῆς τοξεύει οἰστοὺς μακρούς,

ἔπειτα δὲ τὴν δεινὴν ὕδραν λάμβανει.

Slide 5 - Slide


Μίαν δὲ κεφαλὴν ἀποκόπτει, δύο δὲ νέαι κεφαλαὶ βλαστάνουσιν!

Νῦν δὲ τὸν φίλον καλεῖ·

ὁ δὲ φίλος τὴν ἀποτομὴν ἐκκαίει.

Τέλος δὲ μία κεφαλὴ λοιπή ἐστιν·

ἀθάνατος γάρ ἐστιν!

Slide 6 - Slide

Genitivus en dativus
ο-groep
ὁ δοῦλος
τοῦ δούλου
τῷ δούλῳ
τὸν δοῦλον

οἱ δοῦλοι
τῶν δούλων
τοῖς δούλοις
τοὺς δούλους


α/ή-groep
ἡ μάχη
τῆς μάχης
τῇ μάχῃ
τὴν μάχην

αἱ μάχαι
τῶν μαχῶν
ταῖς μάχαις
τὰς μάχας
ev
nom
gen
dat
acc
mv
nom
gen
dat
acc

ἡ χώρα
τῆς χώρας
τῇ χώρᾳ
τὴν χώραν

αἱ χῶραι
τῶν χωρῶν
ταῖς χώραις
τὰς χώρας 

τὸ θηρίον
τοῦ θηρίου
τῷ θηρίῳ
τὸ θηρίον

τὰ θηρία
τῶν θηρίων
τοῖς θηρίοις
τὰ θηρία


Slide 7 - Slide

Wanneer dativus?
  • meewerkend voorwerp
  • na bepaalde voorzetsels: ἐν τῇ οἰκίᾳ: in het huis
  • bij bepaalde werkwoorden: τῇ βασιλείᾳ χαλτθαίνει: zij is boos op de koningin.
  • bij bepaalde bijvoeglijk naamwoorden: ὁμοία μιᾷ (τῶν Ἀωαζόνων): gelijk aan één (van de Amazonen).

Slide 8 - Slide

Wanneer dativus?
  • In bepalingen: 
  1. instrument/middel: τὸν Πλούτωνα λόγοις αἰτεῖ: hij vraagt Plouton door middel van/met woorden.
  2. oorzaak: χόλῳ δεινῷ βαίνει εἰς τὴν χώραν: door/uit vreselijke woede gaat ze naar het gebied.
  3. manier waarop, omstandigheden waaronder iets gebeurt: δολερᾷ ἐπινοίᾳ λέγει met listige bedoeling zegt zij.

Slide 9 - Slide

Wanneer dativus?
  • Bezit. In het Grieks met 'hebben', maar ook door dativus + ἐστι(ν) of εἰσι(ν):

τῇ Ἱππολύτῃ ζώνη καλή ἐστιν: 
voor Hippolyte is een mooie gordel 
of
Hippolyte heeft een mooie gordel

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Lees de Nederlandse tekst op pagina 37 goed. 
Maak op pagina 43 van je hulpboek vraag 1 tm 5 over tekst 5A.

Je mag kiezen of je de tekst daarbij vertaalt, of dat je de vragen probeert te beantwoorden zonder eerst de letterlijke vertaling te maken.

Slide 11 - Slide

Woordjes!
Schrijf de betekenis op van de volgende woorden (uit je hoofd!)


ἡ βασίλεια
φιλέω
οὖν
ἐπι + acc.
ὁ ἑταῖρος
πολλοί
klaar? Schrijf de woorden die je niet wist op met de betekenis erbij. 

Slide 12 - Slide

Woordjes!
Schrijf de betekenis op van de volgende woorden (uit je hoofd!)


ἡ βασίλεια
φιλέω
οὖν
ἐπι + acc.
ὁ ἑταῖρος
πολλοί
koningin
houden van, beminnen
dan, nu / dus
op...af, naar
vriend, makker
veel, velen

Slide 13 - Slide

Vandaag
  • Huiswerk bekijken
  • Bijvoeglijk naamwoord: congruentie
  • Tekst 5A vertalen

Slide 14 - Slide

Congruentie
  • Dit kennen we! 
  • Hoe herken je het geslacht van Griekse zelfstandig naamwoorden?

Slide 15 - Slide

Verbuiging bijvoeglijk naamwoord
Pagina 43 van je oefenboek.

Slide 16 - Slide

Planning komende weken:
9 mei
16 mei 
23 mei
30 mei
6 jun
13 jun
20 jun
27 jun
Tekst 5A, herhaling rijtjes naamvallen
Geen les
Overhoring naamvallen, start tekst 5B
Tekst 5B en persoonsvormen
Vertaaltoets
Tekst 5C
Tekst 5C
Herhalen / oefenen

Slide 17 - Slide

Planning komende weken:
10 mei
17 mei 
24 mei
31 mei
7 jun
14 jun
21 jun
28 jun
Tekst 5A, herhaling rijtjes naamvallen
Overhoring naamvallen, start tekst 5B
Tekst 5B en persoonsvormen
Tekst 5C
Vertaaltoets
Tekst 5C
Herhalen / oefenen
Geen les

Slide 18 - Slide

Volgende week (korte) SO!
ο-groep
ὁ δοῦλος
τοῦ δούλου
τῷ δούλῳ
τὸν δοῦλον

οἱ δοῦλοι
τῶν δούλων
τοῖς δούλοις
τοὺς δούλους


α/ή-groep
ἡ μάχη
τῆς μάχης
τῇ μάχῃ
τὴν μάχην

αἱ μάχαι
τῶν μαχῶν
ταῖς μάχαις
τὰς μάχας
ev
nom
gen
dat
acc
mv
nom
gen
dat
acc

ἡ χώρα
τῆς χώρας
τῇ χώρᾳ
τὴν χώραν

αἱ χῶραι
τῶν χωρῶν
ταῖς χώραις
τὰς χώρας 

τὸ θηρίον
τοῦ θηρίου
τῷ θηρίῳ
τὸ θηρίον

τὰ θηρία
τῶν θηρίων
τοῖς θηρίοις
τὰ θηρία


Slide 19 - Slide

rei-regel/ρει-regel
Woorden op -α met daarvoor een ρ, ε of ι: α in uitgangen van enkelvoud en meervoud.

Alle andere woorden uit de α/η groep: η in enkelvoud, α in meervoud (behalve gen. mv, die is op -ων).

Slide 20 - Slide

SO naamvallen
Veel succes!

p.s. heb je een blackout? Schrijf de rijtjes op die je wél kent!

Slide 21 - Slide

Afronden tekst 5A.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Uitbreiding persoonsvormen
Wat weten we al?

Slide 25 - Slide

1e en 2e persoon enkelvoud

1e pers.
2e pers.
3e pers.

1e pers.
2e pers.
3e pers.

infinitivus



enkelv.



meerv.
λύω - losmaken

λύω
λύεις
λύει

...
...
λύουσι(ν)

λύειν


ποιῶ - doen/maken

ποι
ποιεῖς
ποιεῖ

...
...
ποιοῦσι(ν)

ποιεῖν


Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide