Les 2: De stam en de ik-vorm van werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen?

- 10 minuten lezen

- Huiswerk bespreken

- Uitleg

- Aan de slag

- Huiswerk en afsluiting

Lezen

• Tijd: 10 minuten

Lesdoelen

• Je weet hoe je de 'stam' van werkwoorden vindt. 
• Je weet hoe je de 'ik-vorm' van werkwoorden vindt.  

Huiswerk bespreken

Startopdracht (blz. 58)

De stam  

• Het hele werkwoord zonder -en

jden - rijd

Fietsen - fiets

Snurken - snurkRi

De stam

• Let op: sommige werkwoorden zien er dan vreemd uit. 

Beloven- belov

Reizen- reiz

Schrijven- schrijv

Ik-vorm

• Het hele werkwoord zonder -en

Fietsen- ik fiets

Tekenen- ik teken

Lachen- ik lach

Ik-vorm 

• De ik-vorm eindigt nooit op een -v of -z
• Schrijven- ik schrijf 
• lezen- ik lees

• De ik-vorm eindigt nooit op twee dezelfde medeklinkers
• Pakken- ik pak
• Stoppen- ik stop 

Aan de slag

Wat: Opdracht 3 en 4 (blz. 59)

Hoe: Zelfstandig

Hulp: Geen

Tijd: 5 minuten

Aan de slag

Wat: Opdracht 3 en 4 (blz. 59)

Hoe: Zelfstandig 

Hulp: Vraag degene naast je of steek je hand op 

Tijd: Tot het einde van de les

Klaar?: Ga lezen in je leesboek

Lesdoelen

• Je weet hoe je de 'stam' van werkwoorden vindt. 
• Je weet hoe je de 'ik-vorm' van werkwoorden vindt.  

Huiswerk

- Leren: Theorie op blz. 58 

- Maken: Opdracht 3 en 4

- Meenemen: Een leesboek