week 2 klas 2BDE

Klas 2 - Week 2
Les 1:  verder oefenen met de bijvoeglijke bepaling; hele zinnen ontleden.

Les 2: tio-tekst 4 (spannend verhaal) afronden + uitleg opdr. 5 (=tio-tekst voor cijfer).

Les 3: nieuw stapje in het redekundig ontleden; de bijstelling (aantekening+opdracht).
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Klas 2 - Week 2
Les 1:  verder oefenen met de bijvoeglijke bepaling; hele zinnen ontleden.

Les 2: tio-tekst 4 (spannend verhaal) afronden + uitleg opdr. 5 (=tio-tekst voor cijfer).

Les 3: nieuw stapje in het redekundig ontleden; de bijstelling (aantekening+opdracht).

Slide 1 - Slide

Bijvoeglijke bepaling (bvb), wat was dat ook alweer?
• Geen zinsdeel
• Maakt deel uit van ander zinsdeel
• Zegt iets van een znw
• Kan voor OF achter dit znw staan
• Aanwijzende vnw, telwoorden en bezittelijke vnw zijn altijd bvb 
Let op: er kunnen meer bvb's in 1 zinsdeel staan!

Slide 2 - Slide

Voorbeeld

Slide 3 - Slide

Pak je boek op p. 249
Neem de zinnen van opdr. 6 over in je schrift: onderstreep de pv, verdeel de zin in zinsdelen en benoem WG of WD en ND, O, LV, MV, BWB, zet vervolgens pijltjes onder de bvb's.  Je hebt 15 minuten, daarna gaan we nakijken. Succes!
Voorbeeld (zin 1):

                                 BWB                                WG          O                     BWB
Door de tegenvallende  prestaties/ keek / de coach / gisteravond/

        BWB
behoorlijk somber



timer
10:00

Slide 4 - Slide

Antwoorden opdr. 6 (p. 249)
2.
         bwb             wd                     o
Waarschijnlijk /is/ de schade aan woonhuizen/

           bwb                                 nd
 na de najaarsstorm/ zeer ernstig.

Slide 5 - Slide

Antwoorden opdr. 6 (p. 249)
3. 
                    o                          wg            bwb                    bwb
De keepster van V&L / werd/ vanmiddag / met een blessure/

  wg                               bwb
afgevoerd/ naar het ziekenhuis.

Slide 6 - Slide

Antwoorden opdr. 6 (p. 249)
4. 
   bwb             wg                     o                                     mv
Wanneer / biedt/ de tennisvereniging / haar vrijwilligers/

                   lv                               wg              bwb
de jaarlijkse feestavond / aan / in de kantine?

Slide 7 - Slide

Antwoorden opdr. 6 (p. 249)
5.
    bwb             wg                 o                 mv              lv
Waarom / hebben/ je vrienden / ons/ die nare roddels 

                                           wg
over Bertold/ op de mouw gespeld?

Slide 8 - Slide

Antwoorden opdr. 6 (p. 249)
6.
   bwb               wd             o                           mv                   nd
Volgens mij / is / die trui van Eline / voor jou / veel te wijd.


Slide 9 - Slide

Nu jullie weer!
Pak je mobiel er bij, er volgen nu 10 vragen.

Succes!

Slide 10 - Slide

1. Noteer de bvb's uit onderstaande zin:

De lieve baby at het liefst groene groente.

Slide 11 - Open question

2. Noteer de bvb's uit onderstaande zin:

Hockey is mijn favoriete sport.

Slide 12 - Open question

3. Noteer de bvb's uit onderstaande zin:

Die docente Nederlands moet je in de gaten houden.

Slide 13 - Open question

4. Noteer de bvb's uit onderstaande zin:

Die drie laatste koekjes eet mijn broertje van elf nog wel op.

Slide 14 - Open question

5. Noteer de bvb's uit onderstaande zin:

Het grootste land van de wereld is het Rusland van Poetin.

Slide 15 - Open question

6. Bekijk de zin: Die gemene overtreding kostte hem de rode kaart.

Waar of niet waar?
I 'gemene' is een bijvoeglijke bepaling bij 'overtreding'.
II 'rode' is een bijvoeglijke bepaling bij 'kaart'.

A
I en II zijn beide waar
B
I is waar, II is niet waar.
C
I is niet waar, II is waar.
D
I en II zijn beide niet waar.

Slide 16 - Quiz

7. Welke bvb zat er nog meer in voorgaande zin?

Die gemene overtreding kostte hem de rode kaart.

Slide 17 - Open question

8. Bekijk de zin:
De afloop van de voorstelling was erg verrassend.

Waar of niet waar?
I 'van de voorstelling' is een bijvoeglijke bepaling bij 'afloop'.
II 'erg' is een bijvoeglijke bepaling bij 'verrassend'.


A
I en II zijn beide waar.
B
I is waar, II is niet waar.
C
I is niet waar, II is waar.
D
I en II zijn beide niet waar.

Slide 18 - Quiz

9. Bekijk de zin:
De lange reis was erg vermoeiend.

Waar of niet waar?
I 'lange' is een bijvoeglijke bepaling bij 'reis'.
II 'erg' is een bijvoeglijke bepaling bij 'vermoeiend'.


A
I en II zijn beide waar.
B
I is waar, II is niet waar.
C
I is niet waar, II is waar.
D
I en II zijn beide niet waar.

Slide 19 - Quiz

10. Ik begrijp de bvb....
A
helemaal :)
B
een beetje :/
C
niet :(

Slide 20 - Quiz

Einde les 1
Controlemoment: Cn kiest vijf leerlingen die binnen 3 minuten een foto van hun gemaakte werk sturen via teams (individuele chat) of magistermail.

Volgende les: tio (opdracht 4 spannend verhaal afmaken + uitleg schrijfopdracht 5)


Slide 21 - Slide

Les 2: tio
Deze les gaan jullie verder werken aan tio-opdracht 4 (het spannende verhaal). 

Maar eerst uitleg over de schrijfopdracht voor een cijfer = opdr. 5.

Slide 22 - Slide

De opdracht in het kort....
Je gaat een brief schrijven over je boek waarin je drie spreekwoorden en je mening over het boek verwerkt.

De opdracht die nu volgt, komt in magister te staan bij de les waarin de toets is (zo kun je je thuis in alle rust voorbereiden).
2B: 26 jan.
2D: 29 jan.
2E: 25 jan.


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Vragen?
Nb. als je geen vragen hebt, kun je verder gaan met je spannende verhaal (ca. 300 w!)

Slide 28 - Slide

Einde les 2
Volgende les: verder met grammatica, redekundig ontleden, nieuw onderdeel (aantekening!); bijstelling.

Slide 29 - Slide

Les 3
Hierna volgt een aantekening over een nieuw stukje redekundig ontleden: de bijstelling.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Opdr. 5 (p. 89)
Neem de zinnen uit opdr. 5 (a t/m d) over in je schrift en ontleed ze: 
  • onderstreep de pv
  • verdeel de zin in zinsdelen
  • benoem WG of WD en ND, O, LV, MV, BWB (negeer de term VV uit de opdracht)
  • geef de bvb's en bijstellingen met pijltjes aan (2 kleuren)

Je hebt 15 minuten, daarna gaan we nakijken. Succes! 




timer
15:00

Slide 33 - Slide

Antwoorden opdr. 5 (p. 89)
a.
WG = wordt bezocht
O=onze school
BWB = morgen, door Typhoon de bekende Zwolse rapper

BVB's: onze bij school, bekende en Zwolse bij rapper
BIJST: de bekende Zwolse rapper bij Typhoon

Slide 34 - Slide

Antwoorden opdr. 5 (p. 89)
b.
WG=geef
O= ik
LV= deze mooie ketting
MV = Sandra mijn jongste zusje
BWB = voor haar verjaardag
BVB's = deze en mooie bij ketting, mijn en jongste bij zusje, haar bij verjaardag
BIJST = mijn jongste zusje bij Sandra

Slide 35 - Slide

Antwoorden opdr. 5 (p. 89)
c.
WG = gebruikt
O= Dave
LV = die oude Tomos zijn mooiste brommer
BWB= zelfs, bij strenge vorst
BVB's = die en oude bij Tomos, zijn en mooiste bij brommer, strenge bij vorst
BIJST = zijn mooiste brommer bij die oude Tomos

Slide 36 - Slide

Antwoorden opdr. 5 (p. 89)
d.
WD= is
ND= verliefd
O=de titelheld
BWB = in de roman Ivanhoe, op Rowena een lieve jonkvrouw
BVB's=Ivanhoe bij roman, lieve bij jonkvrouw
BIJST = een lieve jonkvrouw bij Rowena

Slide 37 - Slide

Ik begrijp de bijstelling....
A
helemaal :)
B
een beetje :/
C
niet :(

Slide 38 - Quiz

Einde les 3
Controlemoment: Cn kiest vijf leerlingen die binnen 3 minuten een foto van hun gemaakte aantekening + opdracht sturen via teams (individuele chat) of magistermail.

Tijd over? Extra oefenen met de bijst: https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-bijstelling/

Volgende week verder met: taalkundig ontleden (woordsoort benoemen) en tio-spelt. 

Slide 39 - Slide