2.2 voedingsstoffen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Voeding en Vertering

Lesdoelen vorige les

-Ik weet wat een voedingsmiddel is​

-Ik weet wat dierlijke en plantaardige voedingsmiddelen zijn​

-Ik weet dat sommige voedingsmiddelen worden bewerkt voordat je ze eet​

                                                              

                                                               Collage

                                                               Werkboek blz. 67 opdracht 3                                                                                                      Vergelijken met de buurman/buurvrouw

Lesdoelen

-Ik weet wat voedingsstoffen zijn

-Ik weet welke 6 groepen voedingsstoffen er zijn

-Ik weet wat voedingsvezels zijn

-Ik kan 4 functies van voedingsstoffen noemen

Voedingsstoffen

0

De 4 functies van voedingsstoffen

Een voedingsstof is onderdeel van een
voedingsmiddel

1. Waar
2. Niet waar

Water is een voedingsstof

1. Waar
2. Niet waar

Vitamine is een voedingsmiddel

1. Waar
2. Niet waar

Alle voedingsstoffen zijn........

1. brandstoffen
2. reservestoffen
3. bouwstoffen
4. beschermende stoffen

Welke twee groepen zijn beschermende stoffen?

1. vitamines en mineralen
2. vitamines en koolhydraten
3. koolhydraten en vetten
4. mineralen en vetten

De functie van bouwstoffen is het leveren van energie.

1. juist
2. onjuist

Energie wordt in je lichaam o.a gebruikt voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur.

1. juist
2. onjuist

Wat zijn mineralen ook wel?

1. Zouten
2. Vitaminen
3. Stenen
4. Suikers

In brood zit veel zetmeel.
Zetmeel is een?

1. plantaardig vet
2. koolhydraat
3. eiwit
4. dierlijk vet

Wat is een goede eigenschap van voedingsvezels?

1. Ze helpen infectieziekten tegengaan.
2. Ze voorkomen verstopping.
3. Ze helpen bij de bloedstolling.
4. Ze verbeteren de nierwerking.

Aan het (huis)werk

Noteer in je agenda!

Lees paragraaf 2.2

Maak basisstof 2.2 

Meenemen volgende les: 3 etiketten van voedingsmiddelen !!

Lesdoelen gehaald?

-Ik weet wat voedingsstoffen zijn

-Ik weet welke 6 groepen voedingsstoffen er zijn

-Ik weet wat voedingsvezels zijn

-Ik kan 4 functies van voedingsstoffen noemen

Noteer in je agenda wat je nog moet maken en plan wanneer je dit gaat doen!