Les 6, mavo 2

Les 6, mavo 2
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 6, mavo 2

Slide 1 - Slide

Stap 1: Ga naar www.lessonup.app

Stap 2: Log in met OFFICE 365 

Stap 3: Je klikt op 'Ja, ik wil deelnemen aan de les'


                                         Welkom!
              Voordat de les is begonnen, heb jij:

Slide 2 - Slide

 
  Ga naar lessonup.app
                                                        Welkom!
       Voordat de les is begonnen, heb jij al het volgende gedaan:
1)  Schriftje op tafel
2) Pen op tafel
3) Boek Nederlands 

Slide 3 - Slide

Startopdracht: 
Maak je gelijk bij binnenkomst (= voordat de les is begonnen). 

          Geef antwoord op de volgende vraag:
Wat is het doel van een instructie, zoals hieronder?

Slide 4 - Slide

Een doel
Een doel betekent 'wat je wil bereiken'. 

Slide 5 - Slide

Het doel van een tekst
  • De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken.
  • De schrijver wil bijvoorbeeld iets aan de lezer uitleggen/informeren of hij wil dat de lezer iets doet (bijv. iets kopen).

Slide 6 - Slide

Tekstdoelen 
  • Een schrijver schrijft een tekst met een reden. Deze reden noem je het tekstdoel.

  • Welke verschillende tekstdoelen zijn er?

Slide 7 - Slide

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Activeren
4. Amuseren

Slide 8 - Slide

Werk in tweetallen
Zoek op wat de kenmerken zijn van alle 4 de tekstdoelen en schrijf ze op papier. 
 Straks ga je ze kort presenteren. 

timer
5:00

Slide 9 - Slide

Tekstdoelen
1. Informeren
2. Overtuigen
3. Activeren
4. Amuseren
  • Dat je iets te weten komt
  • Dat je de mening van de schrijver overneemt
  • Dat je iets wel of niet gaat doen
  • Dat je je vermaakt

Slide 10 - Slide

  • Informeren

Slide 11 - Slide

  • Activeren

Slide 12 - Slide

  • Amuseren

Slide 13 - Slide



Alles meenemen: agenda, oplader, opgeladen laptop, pen +schriftje Nederlands, oordopjes met kabel.


Opdracht: Teams opdrachten afmaken


       Volgende les
         Huiswerk

Slide 14 - Slide

  • Uitleggen wat er wordt bedoeld met het doel van de tekst
  • Uitleggen welke vier tekstdoelen er zijn 
  • Kun jij voorbeelden geven bij elk tekstdoel
             Lesdoelen

Slide 15 - Slide

  • Jullie gaan de tekstdoelen kort presenteren 
  • Uitleg tekstdoelen: informeren, 
  • Aan de slag in Teams opdrachten (boek gebruik je als hulp).


  Wat gaan we vandaag doen?

Slide 16 - Slide

Een doel
Een doel betekent 'wat je wil bereiken'. 

Slide 17 - Slide

Het doel van een tekst
  • De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken.
  • De schrijver wil bijvoorbeeld iets aan de lezer uitleggen of hij wil dat de lezer iets doet (bijv. iets kopen).
  • De tekst die de schrijver schrijft, heeft dus een DOEL.

Slide 18 - Slide

Tekstdoel 1: informeren
Doel: De schrijver wil informatie geven.
Tekstsoorten: krantenbericht, verslag van een sportwedstrijd.

Slide 19 - Slide

Globaal lezen

Slide 20 - Slide

Hoofdstuk Sport - Lezen
De onderdelen van een tekst.
De indeling van een tekst.

Blz. 36 - 50

Slide 21 - Slide

     Ga naar Teams Nederlands: opdrachten 9 TEKSTDOELEN  en open het document

Slide 22 - Slide

Wat?
Maak opdracht: in Teams opdrachten
Hoe?
Alleen, in stilte 
Hulp
Eerste 5 min. geen hulp, daarna loop ik langs volgens een vaste route. 
Tijd
15 minuten.

Klaar?
Lees uit je leesboek/ doe iets voor jezelf in stilte
TEAMS NE opdrachten
timer
15:00

Slide 23 - Slide

Uitleg opdracht
1) Zoek bij elk tekstdoel een bijbehorende tekst en plak de tekst onder de tekstdoel.
 
2) Verander - nadat je de tekst hierin hebt geplakt - de lettergrootte naar 8.

3) Gebruik je boek ‘Talent’ ter informatie op bladzijde 109. Daar staat nogmaals uitleg over de tekstdoelen.

Slide 24 - Slide

  • Uitleggen wat er wordt bedoeld met het doel van de tekst
  • Uitleggen welke vier tekstdoelen er zijn
  • Kun jij voorbeelden geven bij elk tekstdoel
      Terugblik lesdoelen
              Na de les, kan jij:

Slide 25 - Slide

Wat wil de schrijver bereiken
met een advertentie?
A
informatie geven
B
je iets laten doen
C
vermaken

Slide 26 - Quiz

Wat wil een schrijver bereiken
met een gedicht?
A
informatie geven
B
je iets laten doen
C
amuseren (=vermaken)

Slide 27 - Quiz

Noem de vier tekstdoelen.
Nummer ze.

Slide 28 - Open question

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
amuseren
C
overhalen

Slide 29 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
overhalen

Slide 30 - Quiz

Een menukaart heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overhalen
C
activeren

Slide 31 - Quiz

                                  Ga allemaal naar: 
      www.play.blooket.com en wacht op de code

Slide 32 - Slide



Alles meenemen: agenda, oplader, opgeladen laptop, pen +schriftje Nederlands, oordopjes met kabel.


Opdracht: TEAMS opdrachten tekstdoelen afmaken .


       Volgende les
         Huiswerk

Slide 33 - Slide

Tot de volgende les!
  • Schuif alsjeblieft jouw stoel aan.
  • Ga achter jouw stoel staan.
  • Alles weer netjes: grond? Tafel?

Dank je wel!

Slide 34 - Slide