This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Arbeid H2 deel 3
Slide 1 - Slide
Doelen van deze les
Afmaken deze onderwerpen; volgende week casus als opdracht.
Slide 2 - Slide
Opbouw van de les
stukje herhaling meerkeuzevragen
afmaken H2 (evt huiswerk)
uitleg H3 + opdrachten
Slide 3 - Slide
De arbeidsparticipatiegraad stijgt als
A
fulltimers in deeltijd gaan werken
B
de productie stijgt
C
de groep 50-plussers afneemt
D
de regelingen voor vervroegd pensioen worden afgeschaft
Slide 4 - Quiz
Een groot deel van de jongeren volgt tegenwoordig een opleiding tot ongeveer 23 jaar. Er is daarom wat te zeggen voor een verlenging van de leerplicht van 16 tot bijvoorbeeld 20 jaar. Wat zijn de gevolgen? Sleep het zwarte vlak naar het juiste witte vlak.
stijgt
daalt
blijft gelijk
Potentiële beroepsbevolking
Arbeidsparticipatiegraad
Arbeidsvraag
Slide 5 - Drag question
Wat is de p/a-ratio?
A
1,1
B
1,2
C
1,8
D
2,0
Slide 6 - Quiz
Wat is de bruto participatiegraad?
A
62,5%
B
75%
C
81,25%
D
83,3%
Slide 7 - Quiz
Wat is de i/a-ratio?
A
37,5
B
50
C
54,4
D
60
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Arbeidsmigratie
Jaren 60 vorige eeuw: veel migranten uit mediterrane landen naar West-Europa.
Gastarbeiders: loon in West-Europa hoger, arbeidsmarkt veel krapper.
Soort werk: arbeidsintensief (mijnbouw, textielindustie, scheepsbouw etc.)
Zeer welkom. NL ging de mensen ophalen (filmpje)
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Arbeidsmigratie
Later verdwijnt dit soort werk (mijnen sluiten, textiel naar lagelonenlanden)
Migranten blijven: verzorgingsstaat onder druk, moeizame integratie
Laagopgeleiden: minder welkom
Kennismigranten: welkom!
De houding ten opzichte van arbeidsmigranten verschilt. Goed als ze het werk doen dat Nederlanders niet willen doen, maar fout als ze Nederlanders verdringen.
Kennismigranten naar ASML (filmpje)
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Overheid
Vergrijzing: te weinig aanbod op arbeidsmarkt, betaalbaarheid sociale uitkeringen. Een oplossing: AOW-leeftijd verhogen.
Crisis: Bij een crisis is er een grote afname van de bestedingen. En dat werkt door. Bedrijven en toeleveranciers. Werkgevers ontslaan medewerkers. Ontmoedigingseffect, mensen trekken zich terug van de arbeidsmarkt.
I/a-ratio: inactieven : actieven x 100 (volledige banen/uitkeringen!)
Slide 14 - Slide
Bespreken huiswerk
opdracht 2.9
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Omvang: arbeidsproductiviteit
Voor een commercieel bedrijf geldt*:
loonkosten moeten lager zijn dan arbeidsproductiviteit:
Voorbeeld: een fietsfabriek maakt per dag 30 mountainbikes, er werken 4 fietsenmakers, dus de arbeidsproductiviteit = 30 fietsen per dag : 4 werknemers = 7,5 fiets per dag per werknemer.