Blok 3 ON Lezen les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Welkom V4!

Deze les: theorie argumentatie

Wat gaan we vandaag doen?

Welkom / lezen

Nakijken startopdracht 2

Verder argumentatie (LessonUp)

Afsluiting

Nakijken startopdracht 2

Overtuigen les 1: wat weet je nog?

Vul in het woordweb termen in waar je aan denkt als je aan het woord 'overtuigen' denkt. Hierbij geef je mondeling de uitleg van de volgende slide. Theorie: blz. 212 van Op Niveau blokje [63] en [64]

Geef standpunt, argument en soort argument:
Het is zinloos om drugs te verbieden. Kijk maar naar Amerika; daar is het ook niet gelukt alcohol uit te bannen door de verkoop ervan te verbieden.

Geef standpunt, argument en soort argument:
Er moeten in deze wijk nodig sportveldjes worden aangelegd. Dan kunnen de bewoners zich uitleven en voelen ze zich meer met elkaar verbonden.

Geef standpunt, argument en soort argument:
Op de Kanaalweg wordt veel te hard gereden. Dit jaar zijn er, net als vorig jaar, twee dodelijke slachtoffers gevallen. Ik pleit dan ook voor een wegversmalling en een snelheidsbeperking.

Aan welk signaalwoord herkende je het standpunt?
"Op de Kanaalweg wordt veel te hard gereden. Dit jaar zijn er, net als vorig jaar, twee dodelijke slachtoffers gevallen. Ik pleit dan ook voor een wegversmalling en een snelheidsbeperking."

Geef standpunt, argument en soort argument:
Schrijven leer je alleen door het veel te doen. Hetzelfde geldt voor het houden van presentaties en het voeren van een debat of discussie.

Soorten argumenten

Er zijn allerlei soorten argumenten. 

In je boek (op pagina 224 en 225) worden er tien besproken.

Argument gebaseerd op een 

feit 

(controleerbare feiten of onderzoek)

 feiten zijn controleerbaar en dus waar

voorbeeld:

Het is goed dat vorig jaar de maximumsnelheid op deze weg is verlaagd (mening), want het aantal ernstige ongelukken is daarna met dertig procent gedaald.

Argument gebaseerd op een veronderstelling of vermoeden

een algemene aanvaarde opvatting of onderzoek 

voorbeeld:

We moeten massaal overstappen op windenergie (mening), want de fossiele brandstoffen raken op en zijn zeer vervuilend.

Argument gebaseerd op een

emotie

(emotioneel argument)

een emotie is een gevoel of intuïtie

voorbeeld:

De film is prachtig (mening), want ik kon me erg inleven in de hoofdpersoon.

Argument gebaseerd op een vergelijking

(analogie)

je gebruikt een vergelijking in je argument

voorbeeld:

Dit huis verkoop je niet zo snel (mening), want andere huizen in deze straat hebben ook heel lang te koop gestaan.

Argument gebaseerd op een 

ervaring

(empirisch argument)

je gebruikt een voorval in je argument dat je écht hebt beleefd

voorbeeld:

Tijdens het reizen is een e-reader een uitkomst (mening), want je hebt in een klein apparaat al je boeken tot je beschikking.

Argument gebaseerd op een nuttig/(on)gewenst gevolg

je gebruikt het nut of (on)gewenste gevolg van wat in de stelling staat

voorbeeld:

Was regelmatig uw handen, want het voorkomt infecties.

Er zijn nog meer soorten argumenten:

Bij de volgende slide sleep je de argumenten naar het juiste soort.

vermoedens

feit

vergelijking

emotie

Ajax wordt volgens mij dit jaar geen kampioen. Ik kan me niet voorstellen dat dat met dit elftal mogelijk is.

want voor een boete moet ik minstens vijf uur werken

Kijk maar naar de verkoop van drank, die is door de prijsverhoging ook niet afgenomen.

want tijdens het lezen stroomden de tranen over mijn wangen

Schrijfdoel - tekstsoort

Uiteenzetting (informeren - hoofdgedachte is constatering)

Beschouwing (opiniëren - hoofdgedachte is constatering)

Betoog (overtuigen - hoofdgedachte is stelling)

Een betoog bevat een standpunt (ander woord voor stelling en mening), argumenten en tegenargument. 

Theorie: blz 212

Deze slide zien leerlingen die de LessonUp zelfstandig maken wel en leerlingen die in de klas mee doen niet. 

Is dit een hoofdgedachte van een beschouwing, betoog of uiteenzetting?
Er zitten zowel voor- als nadelen aan het verkleinen van de veestapel.

1. beschouwing
2. betoog
3. uiteenzetting

Is dit een hoofdgedachte van een beschouwing, betoog of uiteenzetting?
De beste manier om de CO2-uitstoot te beperken is het verhogen van belasting op vlees.

1. beschouwing
2. betoog
3. uiteenzetting

Is dit een hoofdgedachte van een beschouwing, betoog of uiteenzetting?
De vleesconsumptie in Nederland is dit jaar wederom gestegen.

1. beschouwing
2. betoog
3. uiteenzetting