TALENT 6 : Thema 3 : Les 8 : Strips en dagboeken (inhoudsvragen)

TALENT 6 : Thema 3 : Les 8 : Strips en dagboeken (inhoudsvragen)
1 / 25
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

TALENT 6 : Thema 3 : Les 8 : Strips en dagboeken (inhoudsvragen)

Slide 1 - Slide

1. Geef de 2 redenen waarom Anne Frank een dagboek bijhield.

Slide 2 - Open question

Bekijk de foto van Anne op de cover van haar boek. Welke eigenschap past bij haar ? Kies uit :
stil - nieuwsgierig - brutaal - intelligent - opvallend
- eerlijk - onhandig - verstrooid

Slide 3 - Open question

Op 30 januari 1943 schrijft Anne 'Ik damp van woede'. Dat is figuurlijk taalgebruik. Leid uit de tekst af wat ze hiermee bedoelt.

Slide 4 - Open question

Hoeveel lijnen tekst hebben de twee fragmenten uit het dagboek samen ?

Slide 5 - Open question

Deze teksten zijn kort of lang ?

Slide 6 - Open question

Omschrijf de feiten uit fragment 1

Slide 7 - Open question

Omschrijf de gevoelens bij fragment 1.

Slide 8 - Open question

Omschrijf de gevoelens bij fragment 2

Slide 9 - Open question

Wat is een kenmerk van een dagboek?
A
Persoonlijke gedachten, gebeurtenissen en gevoelens
B
Verslag van een gebeurtenis
C
Gepubliceerd voor het publiek
D
Feiten over de gebeurtenis

Slide 10 - Quiz

Is dit dagboek fictie of non-fictie ? Leg uit.

Slide 11 - Open question

Waar vind je de informatie voor de samenvatting ?
A
titel
B
hele tekst
C
inleiding
D
slot

Slide 12 - Quiz

Hoe wordt de informatie meegedeeld ?
A
Eerste persoon
B
Derde persoon
C
Tweede persoon
D
Derde persoon meervoud

Slide 13 - Quiz

Sleep de kenmerken van de titel van een dagboek naar het rode vak. 
Kenmerken van de titel van het dagboek
moet de lezer nieuwsgierig maken
moet mooi zijn
moet een volledige zin zijn
mag niet te veel informatie over de inhoud weergeven

Slide 14 - Drag question

Wat is het DOEL van een dagboek ?
A
laten ontspannen en genieten
B
zo snel mogelijk informeren wat er in de wereld gebeurde
C
een manier geven om vrije tijd in te vullen
D
gevoelens leren kennen van anderen in de wereld

Slide 15 - Quiz

Lees het stripverhaal in je schrift

Slide 16 - Slide

In de strip staan .........                       niet onder elkaar.
De schrijver of ...........            laat de personages praten met behulp van ..............
Er is dikwijls een ............
Zijn tekst komt bovenaan in een ...........
Wat de personages doen wordt weergegeven door ........
tekeningen
tekstballonnen
een balk
een verteller
de zinnen
de tekenaar

Slide 17 - Drag question

Omschrijf de gevoelens van het stripverhaal

Slide 18 - Open question

Omschrijf de feiten van het stripverhaal

Slide 19 - Open question

Wat wordt het meest beschreven in een stripverhaal ?
Gevoelens of feiten ?

Slide 20 - Open question

Is deze tekst
fictie of non-fictie, leg uit

Slide 21 - Open question

Waar vind je de informatie voor de samenvatting ?
A
titel
B
hele tekst
C
inleiding
D
slot

Slide 22 - Quiz

Hoe wordt de informatie meegedeeld ?
A
eerste persoon
B
derde persoon
C
tweede persoon
D
derde persoon meervoud

Slide 23 - Quiz

Sleep de kenmerken van de titel van een striproman naar het rode hok. 
Kenmerken van de titel van de striproman....
moet de lezer nieuwsgierig maken
moet mooi zijn
moet geen volledige zin zijn
mag niet te veel informatie over de inhoud weergeven

Slide 24 - Drag question

Wat is het doel van de strip ?
A
laten ontspannen en genieten
B
snel en zo volledig mogelijk informeren over wat er in de wereld gebeurt / gebeurd
C
een manier geven om vrije tijd in te vullen
D
gevoelens leren kennen van anderen op de wereld

Slide 25 - Quiz