overzicht h1 kern

overzicht h1 kern
Alles wat we hebben behandeld in het boek
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

overzicht h1 kern
Alles wat we hebben behandeld in het boek

Slide 1 - Slide

Welke twee betekenissen van geletterd zijn er?

Slide 2 - Open question

Hoe noem je iemand ook wel die kan lezen en schrijven?

Slide 3 - Open question

Als iemand goed kan omgaan met computers en internet, noem je die ook wel ............... geletterd

Slide 4 - Open question

Wat is een woordraadstrategie?
A
woordenboek opzoeken
B
synoniem zoeken in de tekst
C
teruglezen
D
op google zoeken

Slide 5 - Quiz

Dit is woordraadstrategie:
A
voorbeeld
B
tegenstelling
C
synoniem
D
omschrijving

Slide 6 - Quiz

Dit is geen woordraadstrategie:
A
synoniem zoeken
B
omschrijving zoeken
C
vooruit lezen
D
voorbeelden zoeken

Slide 7 - Quiz

Hoe noem je de tekst om een woord heen?

Slide 8 - Open question

Wat zou dit betekenen:

Wat is een synoniem voor prijzig?
Hoewel de drankjes vrij prijzig waren, was het eten best goedkoop.

Slide 9 - Slide

Geen een synoniem voor prijzig

Slide 10 - Open question

De paniekzaaier werd afgevoerd. De menigte was door deze onruststoker behoorlijk onrustig geworden. Paniekzaaier =
A
onruststoker
B
menigte

Slide 11 - Quiz

De veterinair onderzocht onze koeien. Na afloop vroeg ik de dierenarts, of de koeien allemaal gezond waren

Wat betekent veterinair? Je vindt het woord misschien wel in de context!

Slide 12 - Open question

De spits van ons elftal bracht ons naar de victorie. Anders hadden we zeker een nederlaag geleden.

Hoe kom je aan de betekenis van het woord victorie?
A
er staat een synoniem in de zin
B
er staat een tegenstelling in de volgende zin
C
er staat uitleg in de volgende zin
D
je kunt het afleiden uit een andere taal.

Slide 13 - Quiz

Waar denk je aan bij victorie?

Slide 14 - Mind map

Welke twee woorden leggen uit wat 'complot' betekent?

De jongens smeedden een complot. Eén van hun boze plannen was het lek prikken van Johans fietsband.

Slide 15 - Open question

Wat is een leesdoel?
A
Wat de schrijver wil vertellen met zijn tekst
B
De reden waarom iemand een tekst leest

Slide 16 - Quiz


Een tekst lees je altijd met een bepaald leesdoel. Wat zijn leesdoelen die passen bij deze tekst? 
A
Ik wil weten hoe iets werkt.
B
Ik wil weten hoe duur het boek is.
C
Ik wil weten wat iemand van iets vindt.
D
Ik wil meer informatie over het boek.

Slide 17 - Quiz

Er komt een sleepvraag aan
Sleep de leesmanieren bij de goede doelen!

Slide 18 - Slide

Leesdoel: 
• onderwerp vaststellen
• snel weten of een tekst voor jou bruikbaar of interessant is
Leesdoel:
de tekst helemaal goed lezen, begrijpen én onthouden 

Leesdoel:
 informatie opzoeken in een tekst
• het antwoord op een vraag zoeken
Leesdoel:
De tekst begrijpen, willen weten hoe iets verder gaat
Manier
Verkennend 
lezen
Manier:
Studerend lezen
Manier
Zoekend
lezen
Manier:
Intensief lezen

Slide 19 - Drag question

Dit was de lesstof.
Ga nu verder met bladzijde 18 uit je boek en maak vraag 11.

Slide 20 - Slide