Imperatief - gebiedende wijs (en klein stukje om + te)

• NT2
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Om + te

Je kunt een mobiel gebruiken om.....

mee te bellen.

TikTok op te kijken.

een spelletje op te spelen.

eten te bestellen.

te kijken of je haar goed zit.

een woord op te zoeken.

naar muziek te luisteren

Je kunt een potlood gebruiken om .....

Je kunt een kam gebruiken om .....

Je kunt een lepel gebruiken om .....

De gebiedende wijs - imperatief

knoop je jas dicht

doe een das om

was eerst je handen

kam je haren

recht je schouders

denk aan je tanden

blijf niet hangen

recht naar huis toe

spreek met twee woorden

stel je netjes voor

eet zoals het hoort

en 

zeg u

De imperatief - gebiedende wijs

Ga eerst zitten.

Pak daarna je schrift.

Pak vervolgens een potlood.

Schrijf dan een werkwoord op.

Schrijf tenslotte de ik-vorm van het werkwoord.

Ga eerst zitten.
Pak daarna je schrift.
Pak vervolgens een potlood.
Schrijf dan een werkwoord op.
Schrijf tenslotte de ik-vorm van het werkwoord.

Waar in de zin staat de imperatief?

In welke persoonsvorm staat het werkwoord?

Staat er een onderwerp in de zin?

Waar in de zin staat de imperatief?

In welke persoonsvorm staat de imperatief?

Staat er een onderwerp in de zin?

Waar in de zin staat de imperatief?

De imperatief staat op de eerste plaats in de zin. Het eerste woord is de imperatief.

In welke persoonsvorm staat het werkwoord?

Het werkwoord staat in de ik-vorm.

Staat er een onderwerp in de zin?

Er staat geen onderwerp in de zin.

knoop je jas dicht (knopen) 

doe een das om (doen) 

was eerst je handen (wassen)

kam je haren (kammen) 

recht je schouders (rechten) 

denk aan je tanden (denken) 

blijf niet hangen (blijven) 

recht naar huis toe

spreek met twee woorden (spreken) 

stel je netjes voor (voorstellen) 

eet zoals het hoort (eten) 

en 

zeg u (zeggen) 

Imperatief / gebiedende wijs

- eerste woord in de zin

- werkwoord staat in de ik-vorm

- geen onderwerp

Ga eerst zitten.

Pak daarna je schrift.

Pak vervolgens een potlood.

Schrijf dan een werkwoord op.

Schrijf tenslotte de ik-vorm van het werkwoord.

Het werkwoord staat in de ik-vorm.

Er staat geen onderwerp in de zin.

Ga eerst zitten.

Pak daarna je schrift.

Pak vervolgens een potlood.

Schrijf dan een werkwoord op.

Schrijf tenslotte de ik-vorm van het werkwoord.

De imperatief staat altijd op de eerste plaats in de zin.

Volgordewoorden komen direct na de imperatief