T1 - Les 1: Wat is jouw geluksgetal? Gemiddelde en mediaan

Wat is jouw geluksgetal?
www.lessonup.com
Inloggen met je eigen naam. 
Iedereen werkt mee! En in stilte!
Boek pagina 3. Oefening 4.
1 / 53
next
Slide 1: Slide
WiskundeSecundair onderwijs

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Wat is jouw geluksgetal?
www.lessonup.com
Inloggen met je eigen naam. 
Iedereen werkt mee! En in stilte!
Boek pagina 3. Oefening 4.

Slide 1 - Slide

LESDOEL

- Je kan eenvoudige berekeningen uitvoeren zonder rekenmachine.
- Je rondt getallen correct af.
- Je weet het verschil tussen gemiddelde en mediaan.

Slide 2 - Slide

Wat doe je als ze het product vragen?
A
x
B
:
C
+
D
-

Slide 3 - Quiz

Wat is de som?
A
x
B
:
C
+
D
-

Slide 4 - Quiz

Wat moet je doen als ze het quotiënt vragen?
A
x
B
+
C
:
D
-

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil?
A
x
B
:
C
+
D
-

Slide 6 - Quiz

Markeer in het boek bij elke oefening de letter bij de juiste oplossing.

------------------------------------------------------------------
We bekijken samen welke stappen je moet doen.
a) 94,6 x 11=

Slide 7 - Slide


a) 94,6 x 11
A
1040,6 = G
B
957 = B

Slide 8 - Quiz

G

Slide 9 - Slide

b) 527 - 198 = 

Slide 10 - Slide

b) 527-198
A
325 = A
B
329 = E

Slide 11 - Quiz

GE

Slide 12 - Slide

c) 647 + 297 =

Slide 13 - Slide

c) 647 + 297 =
A
950 = T
B
944 = L

Slide 14 - Quiz

GEL

Slide 15 - Slide

d) het product van 218 x 9 = 

Slide 16 - Slide

d) product van 218 en 9 =
A
1962 = U
B
2172 = G

Slide 17 - Quiz

GELU

Slide 18 - Slide

e) 1008 : 100 = 

Slide 19 - Slide

e) 1008 : 100 =
A
1,8 = L
B
10,8 = K

Slide 20 - Quiz

GELUK

Slide 21 - Slide

de som van 216, 184, 318, 805, 282 en 295 = 

Slide 22 - Slide

f) de som van 216, 184, 318,
805, 282 en 295 =
A
2100 = K
B
3100 = E

Slide 23 - Quiz

GELUKK

Slide 24 - Slide

g) het quotiënt van 90 en 4 = 

Slide 25 - Slide

g) het quotiënt van 90 en 4 =
A
360 = E
B
22,5 = I

Slide 26 - Quiz

GELUKKI

Slide 27 - Slide

h)het verschil van 315,9 en 132,3 =

Slide 28 - Slide

h) het verschil van 315,9 en 132,3 =
A
183,6 = G
B
183,2 = S

Slide 29 - Quiz

GELUKKIG

Slide 30 - Slide

Goed gedaan!

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Neem boek pagina 4.
We gaan oefening 5 maken. 
Iedereen komt aan beurt met de naamkiezer :-).

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

Je maakt individueel oef 6-7
- 2 oefeningen uit 1e kolom
- 2 oefeningen uit 2e kolom
Ik kom rond als er vragen zijn.

Slide 35 - Slide

Wat is het gemiddelde van
3, 8, 6, 4, 5, 9 en 7?

Slide 36 - Open question

Wat is de mediaan van deze getallen?
3, 8, 6, 4, 5, 9 en 7

Slide 37 - Open question

Oplossing
Gemiddelde = (3+8+6+4+5+9+7) / 7 = 6
Mediaan: zet de getallen in volgorde van klein naar groot: 
3 4 5 6 7 8 9.
6 staat in het midden. 6 is de mediaan. Toevallig is de mediaan gelijk aan het gemiddelde.

Slide 38 - Slide

Wat is het gemiddelde van
3, 3, 3, 3, 4 en 5?

Slide 39 - Open question

Wat is de mediaan van
3, 3, 3, 3, 4 en 5?

Slide 40 - Open question

Oplossing
Gemiddelde = (3+3+3+3+4+5) / 6 = 3,5
Mediaan: zet de getallen in volgorde van klein naar groot: 
3 3 3 3 4 5.
Het is een even aantal getallen. De mediaan is dus het gemiddelde van de middenste 2 getallen. Die 2 getallen zijn 3 en 3. Het gemiddelde van 3 en 3 is (3+3) / 2 = 3.
De mediaan is dus 3.


Slide 41 - Slide

Wat is het gemiddelde van
1, 2, 6, 1 en 100?

Slide 42 - Open question

Wat is de mediaan van
1, 2, 6, 1 en 100?

Slide 43 - Open question

Wat is een gemiddelde?

Slide 44 - Mind map

Boek pagina 6.
oefening 12.

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Hoeveel koffiekoeken kan elke jongere eten? Rond zinvol af.

Slide 47 - Open question

Slide 48 - Slide

Een koffiekoek kost 1,45 euro. Hoeveel zal zijn mama moeten betalen?

Slide 49 - Open question

Slide 50 - Slide

Bookwidget taak maken in stilte.

Iedereen afzonderlijk! 
Je mag boek/laptop gebruiken.
Je hebt 15 minuten de tijd.

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Link

Bedankt voor de 
aangename les!

Slide 53 - Slide